Column Sid Lukkassen: "De media versus de representatieve democratie"

Geen categorie30 mrt 2017, 14:00
Er vinden significante verschuivingen plaats binnen de representatieve democratie. In Nederland lijkt de status quo van de grote middenpartijen stand te houden: wel toont de recente verkiezingsuitslag versplintering, evenals een rappe opmars van een systeemkritische partij als FvD.
Internationaal zagen we al tekenen van een verschuiving in de uitslag van het Oekraïne referendum, de Brexit en de verkiezingswinst van Donald Trump. Media spelen een onmiskenbare rol in deze ontwikkelingen: media hebben immers de macht om een incident te verheffen tot gebeurtenis. Media bepalen via beeldvorming hoeveel gebeurtenissen er nodig zijn om te spreken van een 'trend' of 'ontwikkeling' die om politiek ingrijpen vraagt.
Onlangs bekritiseerde Trump in een persconferentie CNN, die volgens hem onjuiste gegevens publiceerden, puur om snel clicks te kunnen binnenslepen met een controversieel verhaal. Hij bezigde toen de term 'fake news'. Ironisch genoeg werd deze term eerst door Obama gebruikt om te suggereren dat Trumps campagneteam werd ondersteund door Russische internetpropaganda. CNN en Buzzfeed beweerden dat Michael Cohen, die bij Trumps campagneteam hoorde, in Praag was. Op een persconferentie counterde Trump dat Cohens paspoort bewees dat deze tijdens de campagne niet in Praag verbleef. Wat we hier zien is dat 'nepnieuws' ontstaat wanneer oude media hun verificatiestandaard verlaten om de snelheid en de bij gebrek aan regels oneindige publicatievrijheid van nieuwe media bij te benen.
De democratie en haar media
Dit incident onderstreept ontwikkelingen die geanalyseerd zijn in mijn proefschrift: het boek hierover heet De Democratie en haar Media. Het bevat onderzoek naar representatieve democratie en condities van communicatie. We zien dat het verzet tegen gevestigde media zich organiseert op het internet, waar men bedreven is in het gebruik van sociale media. Via memes – wat vroeger politieke spotprenten waren – keert men zich niet alleen tegen de politieke tegenstanders maar óók vooral tegen de mainstream media. Dit is verklaarbaar als we zien dat van de grootste Amerikaanse kranten er 57 Clinton steunden; slechts 2 waren voor Trump: de Florida Times en de Las Vegas Review. De mediasector doneerde geld aan beide kandidaten: 4 procent naar Trump tegenover 96 procent naar Clinton.
De Democratie en haar Media citeert o.a. de Amerikaanse historicus Christopher Lasch. In 1996 schreef hij:

"In Europa leidt de verzwakking van de natiestaat tot afbreuk van de enige autoriteit die etnische conflicten kan begrenzen. Het herstel van clan- of groepsgevoel wakkert weer een reactionair kosmopolitisme van de elite aan . . . De staat kan enerzijds etnische conflicten niet meer bezweren, en kan anderzijds de krachten die op globalisering aansturen niet weerstaan."

Democratische soevereiniteit raakt los uit tastbare inbedding
Zoals de Turkse demonstraties aantoonden werken de media van de 'lange arm van Ankara' dit clangevoel in de hand. We zien ook dat de globalisering maakt dat het uitoefenen van soevereiniteit steeds minder vasthangt aan geografische wortels: zaken als algoritmes, datastromen, digitale geldcreaties en internationale handelsverdragen worden steeds invloedrijkere factoren. Zij onttrekken zich deels aan geografische grenzen en aan nationale gemeenschappen. Vertegenwoordigende democratie blijft daarentegen gebonden aan volkeren en natiestaten die in een fysieke omgeving samenwonen.
Om dit "losmaken uit het fysieke" te verduidelijken: wie mag stemmen in een verkiezing is een zaak van geografie, terwijl overheidsbegrotingen steeds vaker gegijzeld worden door de fluctuaties binnen het bankwezen van het digitale geld. Gekozen politici kunnen de economie minder reguleren naarmate software, consumentendata en programmeercodes – informatie in cyberspace – steeds belangrijker wordt in het economische proces. Beleid over de euro kan niet worden gemaakt zonder van te voren in te spelen op de signalen die de koers van deze munt wereldwijd beïnvloeden. De aaneengeslotenheid van dit wereldwijde vierentwintiguurs informatienetwerk brengt de noodzaak met zich mee om onmiddellijk politiek te kunnen reageren. Dit staat haaks op zowel het natuurlijke ritme van het alledaagse leven als op het deliberatieve karakter van representatieve democratie, dat op overleg en overreding is geijkt.
Ook Trump reageert op deze ontwikkeling. Niet met deliberatie, maar door zijn mediabeleid te richten tegen ‘globale elites’ die mondiaal bestuur nastreven via internationale organisaties. Hij herontdekt de natiestaat en juicht daarom Brexit toe. De Amerikaanse culturele elite walgt hiervan en zal Trump blijven afwijzen. Dit brengt hem in oorlog met de gevestigde media, de voorhoede van die elite. Zijn adviseur Steve Bannon (bijgenaamd ‘de generaal’) leidt de tegenaanval en noemt de pers ‘oppositiepartij’. Trump lanceert tweets om de ‘fake news media’ te provoceren. Zo poogt hij ze irrelevant te maken: al met al zinkt het publiek vertrouwen in gevestigde media naar een historisch dieptepunt.
Vooruitzicht
Zo zien we enerzijds een klasse ontstaan die goed overweg kan in deze post-nationale economie en invloed verwerft via nieuwe media en algoritmes. Zij staan anderzijds tegenover burgers die minder profiteren van de nieuwe situatie en een regionaal of nationaal identiteitsbeeld hebben. Via de filterbubbels op de cybersnelweg groeien deze klassen uit elkaar: dit plaveit de weg voor de politieke conflicten van de eenentwintigste eeuw. Hierbij zullen kosmopolitische utopisten steeds vaker tegenover soevereine realisten staan.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten