KLM moet bezuinigen – en flink ook. Na lange onderhandelingen met de vakbonden is een akkoord bereikt. Toch wil Hoekstra dat de onderneming nog meer bezuinigt, en zo niet, dan kan het bedrijf afscheid nemen van de miljardensteun van de staat.
Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) gaat er met gestrekt been in. Werknemers van KLM moeten meer inleveren, zodat de luchtvaartmaatschappij in de toekomst winstgevend wordt. Ook gaat het om belastinggeld, en zeker in het geval van KLM – het enige bedrijf dat specifiek wordt gered door de overheid – moet daar dan ook zorgvuldig mee worden omgegaan.
De vraag is echter hoe de minister het begrip ‘zorgvuldig’ interpreteert. Wil de minister de garanties en leningen zoveel mogelijk beperken, waardoor het begrotingstekort niet nog verder toeneemt, of wil de minister dat het geld zo spoedig mogelijk weer terugvloeit naar de schatkist? Deze vraag is van elementair belang gezien beide doelen om verschillende oplossingen vragen. Als de minister zou kiezen voor het beperken van leningen – wat overigens onlogisch zou zijn gezien het marginale effect op de begroting – is een steviger loonoffer een vereiste. Wil de minister echter dat het geld terugvloeit naar de staat, dan is een loonoffer van het personeel van KLM niet de juiste aanpak. Een verlaagd loon voor zo’n 30.000 voltijds medewerkers van de luchtvaartmaatschappij vertaalt zich immers naar minder bestedingen, terwijl het consumentenvertrouwen zich op een historisch laag niveau bevindt en de beperkte consumentenuitgaven leiden tot stagnatie van de economie. Het contrasteert ook met de anticyclische, Keynesiaanse steunpakketten van de overheid, die gepaard gaat met de uitspraak dat ‘we ons uit de crisis zullen investeren’. De staat lijkt bereid te zijn om miljarden te spenderen door NOW-regelingen op te zetten, maar KLM moet en zal bezuinigen.
Hoekstra hoopt met deze bezuinigen ook de concurrentiepositie van KLM te kunnen verbeteren. Maar KLM moet andere luchtvaartmaatschappijen niet proberen kapot te concurreren; dat is een verloren zaak. De marges van de meest concurrerende luchtvaartmaatschappijen zijn zo klein dat een crisis ze gemakkelijk de das omdoen. KLM moet zich daarom profileren als een premium airline. Anders concurreert het niet alleen met easyJet en Ryanair – wat KLM zou verliezen door verschillen in regelgeving voor de maatschappijen – maar ook met het eigen Transavia, de budgetairline van KLM. Additionele winst behaald door KLM zou dan grotendeels ten koste gaan van de winst van Transavia. Onderaan de streep is er geen sprake van winst.
Pas als de minister dit inziet, is er hoop voor de onderneming en de 30.000 werkennemers die er werken. KLM redden doe je niet met stoere taal, maar met rationele afwegingen, waar de staat, het bedrijf en de werknemers op de lang termijn van profiteren. Dat zijn keuzes die misschien moeilijk zijn uit te leggen aan het electoraat gezien het om belastinggeld gaat, maar dat zijn wel de noodzakelijke keuzes die het land erbovenop helpen tijdens deze uitzonderlijke crisis.