Column Ozair Hamid: Farmaceutische industrie profiteert van weerloze burger

Geen categorie05 dec 2020, 17:00

Wereldwijd gaan er steeds meer stemmen op om het recept van het Pfizer-vaccin vrij te geven, dat in een zeer beperkte hoeveelheid kan worden geproduceerd. Zo wordt de productiecapaciteit immers vergroot en dus levens gered. Tegenstanders wijzen op het feit dat een octrooi een beloning is voor enorme investeringen en dat dit een gevaarlijk precedent schept.

Intellectueel eigendom kent een lange geschiedenis. Al in de Oudgriekse stad Sybaris gebruikte men zo’n 2500 jaar geleden een systeem waarin vrije burgers patenten voor korte duur konden verkrijgen (Moore, 2004). Vanaf de Renaissance, toen men de donkere tijden van de Middeleeuwen verliet, verschenen steeds meer vormen van intellectueel eigendom die wettelijk beschermd waren. In 2019 registreerde de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom (WIPO) 59.000 Chinese patentaanvragen en 58.000 Amerikaanse aanvragen, andere vormen van intellectueel eigendom zijn daar niet in die aantallen meegenomen.

De rol die intellectueel eigendom speelt, is dus door de geschiedenis steeds groter geworden. Die groei gaat gepaard met economische groei- en ontwikkeling. Vaak wordt daarom betoogt dat patenten, auteursrechten, merken en bedrijfsgeheimen van vitaal belang zijn voor een robuuste en innovatieve economie. Ook tijdens de productie en distributie van meerdere coronavaccines wordt dit argument gebruikt. Vanuit utilistisch oogpunt merken voorstanders dus op dat patenten innovatie in de hand werken, en het de samenleving verrijkt. Indirect echter, direct niet. Als men immers de Pfizer-vaccins mocht namaken, zou dit leiden tot een grotere afzet, wat leidt tot minder doden en meer geluk.

Maar ook indirect lijken patenten en auteursrechten niet bij te dragen aan de maatschappij. Om te oordelen of intellectueel eigendom indirect de samenleving verrijkt, door innovatie te stimuleren, moet eerst geconcludeerd worden wie het intellectueel eigendom actief beschermd. Bowrey (2004) stelt dat het vooral grote, internationale bedrijven zijn, wier nieuwe producten voor het grootste gedeelte van de maatschappij ontoegankelijk zijn.

Deze bedrijven, met name farmaceutische bedrijven, realiseren een nettoresultaat van miljarden per jaar. De gehele farmaceutische industrie zou zelfs met een verloren omzet van 1 biljoen nog steeds de winstgevendste industrie zijn ter wereld. Liberalisering van de markt zou niet het einde betekenen voor deze bedrijven, noch een vermindering van investeringen in innovatie betekenen. Natuurlijke
monopolies ontstaan immers voor een korte periode. Belangrijk is ook op te merken dat patenten een inbreuk zijn op de vrijheid van expressie, zeker wanneer er meer en meer patenten worden aangevraagd. Op een gegeven moment wordt elk idee geclaimd door een aantal grote internationale bedrijven, waardoor zelfexpressie en creativiteit sneuvelen onder durfkapitaal. Zelfs al zouden patenten economische groei aanwakkeren, dan nog hebben waarden en moraal voorrang.

In het geval van het Pfizer-vaccin wordt er geen grote inbreuk gemaakt op de mogelijkheid van individuen om zichzelf te uiten. Toch wordt met een patent verondersteld dat het recept van het vaccin eigendom is van Pfizer, terwijl informatie geen eigendom is. Eigendom is eigendom omdat het ontvreemden leidt tot directe schade – iemand is niet meer in bezit van een voorwerp. Als men informatie kopieert, wat constant gebeurt in de natuur, ervaart degene met het originele voorwerp geen directe schade, dus kan er op basis van het schadebeginsel van John Stuart Mill geen sprake zijn van vrijheidsbeperking.

De overheid kan het land er sneller bovenop helpen en deze onverdedigbare praktijken – intellectueel eigendom – afschaffen. Twee vliegen in één klap slaan door de burger te beschermen en grote
farmaceutische bedrijven af te straffen.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten