Hugo Klynstra is voor 12 miljoen euro afgekocht door het Koninklijk Huis om nooit aanspraak te doen op de titel hoofd van het Huis Bourbon de Parme. Door de onwettige inlijving van de familie Bourbon de Parme in de Nederlandse adel in 1996 is de 21-jarige buitenechtelijke zoon van prins Carlos, het eerste kind van prinses Irene, nu een rijk man geworden. Hugo kan namelijk door de Wet op de Adeldom uit 1994 als eerstgeboren mannelijk nageslacht de fictieve troon opeisen als hij de achternaam en titulatuur van zijn vader gaat dragen. Daar ziet hij na de royale financiële compensatie nu vanaf, bevestigen meerdere goed ingevoerde bronnen.
Het Koninklijk Besluit om zijn achternaam officieel te wijzigen in Bourbon de Parme, dat na de uitspraak van de Raad van State als ambtelijk hamerstuk van de naamswijziging geldt, zou mogelijk niet eens zijn uitgevoerd. Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat in eerste instantie weten dat het Koninklijk Besluit wel is genomen, maar dat alle verdere informatie geheim is. Na een opmerking dat dit tegen de wet is, aangezien een ambtelijk stuk openbaar dient te zijn, wordt de volgende dag gemeld dat het besluit op 3 mei van dit jaar is genomen. Het is niet gepubliceerd in de Staatscourant aangezien het alleen bekend is gemaakt aan belanghebbenden, wat vreemd is omdat het ons allemaal aangaat als er machtsstrijd binnen het tweede
Koningshuis van ons land gaande is.
Eerder werd al duidelijk dat Carlos niets kon beginnen tegen de wens van zijn zoon, die hij met de alleenstaande Brigitte Klynstra kreeg, om zijn naam te dragen. Zelfs de Raad van State, het hoogste bestuursorgaan van het land, waar nota bene zijn neef Koning Willem-Alexander voorzitter van is, kon hem niet helpen. Nu heeft een zak geld, dat indirect van de belastingbetaler afkomstig is, een einde gemaakt aan het dispuut. Tenminste, met Hugo. Want ook zijn zoons kunnen weer, mits als eerste geboren in de familie, het leiderschap van het niet bestaande Koningshuis Bourbon de Parme claimen.
Beide partijen hebben laten weten geen reactie te willen geven conform de overeenkomst die ze hebben getekend na het betalen van de afkoopsom.