In zijn column van deze week rekent Jan af met alle 'moraliserend en dogmatisch door het leven stappende deuggleuven en moraalridders' die Nederland momenteel telt. Hij noemt ze Gutmenschen, met een voorspelbaar, exclusief en enorm conservatief wereldbeeld.
Vroeger noemden wij thuis iemand een 'goed mens' als we hem of haar een sociaal hart vonden hebben. Iemand die niks kwaads in zin heeft en empatisch in het leven staat. De term 'goed mens' wordt bij ons nauwelijks meer gebruikt, omdat de populair geworden Duitse vertaling, de '
Gutmensch”, een ironische en sarcastisch intonatie heeft. We noemen dus zo'n iemand gewoon nu aardig. Die Gutmensch is ontstaan als grap van Duitse feuilletonschrijvers van de zogenaamde generatie-1989, die personen die een niet aflatende wens hebben om goed te zijn en zich hierin graag bevestigd zien, in de maling te nemen. Erkenning is erg belangrijk voor de Gutmensch, die moraliserend en dogmatisch door het leven stapt en anderen de maat neemt die niet over zo'n fantastisch karakter en wereldbeeld beschikt als zij.
Als je zo verschrikkelijk deugt hoef je vrijwel niet meer zelf na te denken. Er is gewoon een pakket van meningen die bij een “goedmens” hoort. Je bent anti-Zwarte Piet, pro-multicultureel, anti-christendom, pro-islam, anti-man, pro-LGHBTI+, anti-blank, pro-"people of color", anti-Amerika, pro-EU, anti-Trump, pro-Trudeau, anti-rechts, pro-links, anti-Nederlandse cultuur en tradities, pro-exotische cultuur en tradities, anti-nationalisme, pro-globalisme, anti-platteland, pro-steden, anti-auto, pro-openbaar vervoer, anti-bioindustrie, pro-biowinkel, anti-industrie, pro-klimaat/natuur/milieu, pro-biomassa, anti-kernenergie, pro-mainstream media, anti-"populisten", pro-NPO, anti-commerciëlen, pro-Volkskrant, anti-Telegraaf, pro-open mind, anti-burgerlijkheid, pro-inclusiviteit, anti-andersdenkenden en zo kan ik nog wel even doorgaan.
Het is allemaal ernstig uniform, want afwijkende meningen zijn niet gewenst. Je hoort er pas bij als je aan alle, ik herhaal, alle bovenstaande denkbeelden voldoet. Deugen is namelijk niet zomaar iets. Waar deze mensen doen alsof ze voorstander zijn van vrijheid van meningsuiting zijn ze dat eigenlijk alleen voor hun soort mensen. Persvrijheid is heilig, zolang die pers maar schrijft wat past in hun wereldbeeld. Iedereen mag zijn wat hij/zij/het wil zijn, behalve als je iets wil zijn waar zij tegen zijn. Dan moet het verboden worden of in ieder geval bestreden. Hun vrijheid is heilig, die van een ander niet. En dat wordt gerechtvaardigd met het idee dat zij weten wat goed is. Zij deugen immers. En iedereen die dat niet doet wordt buitengesloten en gedemoniseerd.
Gutmenschen delen de wereld in twee groepen: goede en slechte mensen. Als je dat in het Duits wil vertalen kan je dat Übermenschen en Untermenschen noemen. Want dat is namelijk het grote probleem van de deuggleuven en moraalridders. Ze zijn zo streng in de leer dat ze alles uitsluiten wat ze zelf niet zijn. Hun vrije denken is extreem afgebakend, hun inclusieve wereld uiterst exclusief en hun progressiviteit enorm conservatief. Eigenlijk bestrijden deze mensen alles wat ze zelf zijn en hebben dat niet eens door.