Column Frits Bosch: het inflatiemonster

Geen categorie20 jul 2021, 13:30

Economen maken zich voortdurend zorgen over de ontwikkeling van de economie. Belangrijke redenen om bezorgd te zijn: loopt de werkloosheid niet te sterk op? Is de economische groei toereikend? Ontwikkelt de koopkracht zich goed? Hoe staat het met de inkomens- en vermogensverdeling? Hoe gaat de export? Loopt de inflatie niet te sterk op?

Deze laatste variabele, de inflatie, geeft thans reden tot extra bezorgdheid. We zien de inflatie in de EU oplopen voorbij de doelstelling van 2% en in de VS gaat het richting 5,5%. Kortom, is het inflatiemonster weer in aantocht, zoals we dat zo’n decennia geleden om de oren kregen? Of krijgen we zelfs hyperinflatie zoals in Duitsland begin vorige eeuw?

De algemene visie onder centrale bankiers is dat de huidig oplopende inflatie het resultaat is van de overweldigende steunpakketten en toename van schulden vanwege Corona. Het oplopen van de inflatie zou dus tijdelijk zijn. De Duitser zegt dan: “abwarten und Tee trinken.”

Economen zijn het echter nooit met elkaar eens. Er zijn economen die menen dat centrale banken onafhankelijke instellingen moeten zijn, los van de overheid. De Duitse centrale bank en onze centrale bank waren daarvan sterke voorbeelden. De Federal Reserve in de VS is veel minder onafhankelijk; de Fed is immers een verzameling commerciële banken. We kunnen nu constateren dat centrale banken zich accomoderend opstellen, tegemoet komend aan de wensen/eisen van overheden via de enorme schuldfinanciering voor bedrijven en landen. Schoorvoetend zijn de Duitse en Nederlandse centrale banken hiermee akkoord gegaan: nood breekt wet.

Nu schrijft prof Dirk Bezemer in het FD, 16/7, het artikel “De centrale bank kan nooit politiek neutraal zijn”. Volgens hem voedt de huidige zogenaamde geldmarkt theorie, die uitgaat van een evenwichtsrente, de inflatie angst. Hij pleit ervoor de angst voor inflatie los te laten. Kijk volgens hem naar de ontwikkeling van de koopkracht via de zogenaamde koopkrachttheorie. En vergeet dat een centrale bank als onafhankelijk van de overheid kan opereren: een centrale bank is een politieke instelling. Volgens Bezemer moeten “centrale banken worden ingezet voor democratisch gelegitimeerde doelen.” Dus de centrale bank als verlengde van de overheid, als politiek instituut.

Bezemer is een Gronings hoogleraar economie. Dat is maar goed ook. Als hij een Amsterdams hoogleraar zou zijn, dan zou hij ‘s nachts lastig gevallen worden door het geluid van Jelle Zijlstra (1918-2001) die zich voortdurend in zijn graf omdraait vanwege Bezemers’ visie. De gedachte dat een centrale bank een politieke instelling is, is vloeken in de kerk. Zijlstra was een sterk voorstander van een prudent en terughoudend monetair beleid, onafhankelijk van de overheid. Zo heeft hij 14 jaar beleid gevoerd over De Nederlandsche Bank, DNB.

Wat het loslaten van de onafhankelijkheid en het verworden tot een politiek instrument in handen van de overheid tot gevolg heeft, kunnen we nu waarnemen. De inflatie loopt op en de vermogensverdeling tussen de have’s en de have not’s is gigantisch toegenomen ten detrimente van spaarders, starters en pensionado’s. En de schuldenberg is tot een onvoorstelbare omvang toegenomen. Worden de schulden ooit gelenigd of gaat oplopende inflatie het opvreten? Je hoeft geen Thomas Piketty te heten om te zien dat de financiële verhoudingen volkomen ontwricht zijn. Met veel dank aan centrale banken. De pendule is geheel de andere kant opgeslagen, van een prudent en terughoudend beleid, naar “anything goes”. Bijkomend effect is dat ‘wij’ onze monetaire soevereiniteit via de ECB en euro kwijt zijn. Dat betekent dus dat we sowieso aan die leiband lopen, als ondergeschikte partij en minderheid binnen het ECB presidium. Inmiddels hebben we van dr Klaas Knot, directeur van DNB, begrepen dat hij een brede invulling geeft aan deze bank als politieke instelling in het kader van klimaatbeleid en personele inclusie, LHBT. Dat beleid wordt met de nodige dwang geïmplementeerd bij partijen, met name banken en institutionele instellingen. Ik heb recent mijn afkeuring hierover uitgesproken: het leidt tot maatschappelijk dwang en een interpretatie van het mandaat van de centrale bank dat ver afstaat van datgene waar de bank voor bedoeld is namelijk toezicht op het geld- en bankwezen in brede zin. Maar niet alleen dat: via de ECB, vertaald naar DNB, krijgt de overheid een steeds sterkere sturend kracht over onze financiele instellingen en daarmee over de private instellingen en subjecten, in casu de particuliere sector. Kortom, de overheid wordt steeds bepalender te koste van het vrije marktmechanisme. Ieder kan voor zich bepalen of dit een gunstige ontwikkeling is. De ervaring leert echter dat de overheid opererend als vervanger van vrije marktpartij allerminst een gelukkige keuze is. De voorbeelden hiervan zijn overweldigend en recent voor handen…

Is het oplopen van de inflatie verontrustend? Ik meen dat dit wel het geval kan zijn gegeven die gigantische monetaire financiering die heeft plaatsgevonden. Het gaat goed zo lang de factor ‘vertrouwen’ in-stand blijft. Economen zijn lieden die veelal beleid bepalen via de achteruitkijk spiegel. Vooruitzien is per definitie lastig. Een beleid van ‘laissez faire’ voor centrale banken is af te raden. Een centrale bank behoort een rots te zijn in de branding via een prudent beleid dat moet tegenspel kunnen bieden aan politici die de neiging hebben het water over de schoenen te laten lopen. Zo is het spel en zo moet het gespeeld worden. Dat is nu allerminst het geval. Centrale banken dienen niet te worden “ingezet voor democratisch gelegitimeerde doelen”. Nu rest ons niet meer dan “abwarten und Tee trinken”. Dat is verontrustend.

Frits Bosch, auteur van “Risico als obsessie, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite, Schaft ook Nederland zich af?en Feminisme op de werkvloer.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten