Drones.
Een bijzonder interessant verhaal in de
New York Times, waaruit blijkt dat de CIA een geheime afspraak maakte met Pakistan om toestemming te krijgen om drone-aanvallen uit te voeren op extremisten die zich in het Aziatische land verschuil(d)en.
Nek Muhammad knew he was being followed. On a hot day in June 2004, the Pashtun tribesman was lounging inside a mud compound in South Waziristan, speaking by satellite phone to one of the many reporters who regularly interviewed him on how he had fought and humbled Pakistans army in the countrys western mountains. He asked one of his followers about the strange, metallic bird hovering above him.
Less than 24 hours later, a missile tore through the compound, severing Mr. Muhammads left leg and killing him and several others, including two boys, ages 10 and 16. A Pakistani military spokesman was quick to claim responsibility for the attack, saying that Pakistani forces had fired at the compound.
Maar dat klopte niet. Muhammed en co. waren uitgeschakeld door de CIA. Het was de eerste keer dat de Amerikaanse inlichtingendienst een dergelijke aanval uitvoerde in Pakistan. Opvallend omdat Muhammad niet een doelwit was van de CIA, hij werkte namelijk niet voor Al Qaeda, maar van Pakistan. Muhammad was namelijk de leider van de regionale Taliban-afdeling die een rebellie had ontketend tegen de Pakistaanse staat.
De reden dat de CIA hem uitschakelde? Pakistan wilde dat in ruil voor toestemming voor de CIA om Al Qaeda-terroristen uit de weg te ruimen.
Is dat een (heel) groot probleem? Dat vind ik niet, maar het wakkert wel het debat aan over de bevoegdheden van de CIA. Hoort de inlichtingendienst de bevoegdheid te hebben om (verdachte) vijanden zomaar te doden? Of is dat onverstandig? In het verleden heeft dat tot controverses geleid, waardoor de CIA die bevoegdheid uiteindelijk maar weer afstond. Nu heeft de organisatie 'm dus terug. We gaan zien waar dat in resulteert.