Tussen christelijke (confessionele) en liberale politici is er altijd een lastige verhouding geweest in ons land. Hoewel veel liberalen niet gelovig zijn, vallen ze als het erom spant vaak terug op de christelijke moraal.
Zo is uit de jaren negentig de uitspraak van Frits Bolkestein bekend dat onze maatschappij een bezielend verband van christelijke en humanistische normen nodig heeft, om goed van kwaad kunnen onderscheiden. Bolkestein werd meteen op die uitspraken aangevallen, want hij zou daarmee de christelijke moraal ten onrechte gereduceerd hebben tot een middel voor de handhaving van sociale orde.
Deze wat ongemakkelijke verhouding tussen christendom en liberalisme, herken ik uit mijn eigen achtergrond. Mijn ouders en ook grootouders van vaderskant waren liberalen en ze waren niet erg gelovig (van oorsprong, protestant). Mijn moeders familie was overigens katholiek, een in die tijd lastige omstandigheid, die het huwelijk van mijn ouders in 1957 nog bijna verhinderde.
Toch vonden mijn ouders het belangrijk, dat wij als kinderen naar een christelijke lagere school gingen. Daar leerde je immers normen en waarden. Ook ik heb op mijn beurt, om min of meer dezelfde redenen, mijn kinderen op een christelijke basisschool ondergebracht.
Historische resultaten
Als we de geschiedenis beschouwen, heeft de bij tijd en wijle moeizame samenwerking van confessionelen en liberalen, soms aangevuld door sociaal-democraten, opmerkelijke resultaten opgeleverd. Het bekendst is de invoering van het algemeen kiesrecht op basis van evenredige vertegenwoordiging (eerst in 1917 voor mannen, vanaf 1919 ook voor vrouwen). In de onderhandelingen daarover kregen de confessionelen het voor elkaar dat het Bijzonder Onderwijs voortaan gefinancierd werd door de staat.
Hiermee werd de basis gelegd voor de zo typisch Nederlandse pacificatiepolitiek, later omgedoopt in het
poldermodel , welke helaas de afgelopen twee jaar is gedegenereerd tot het
kwartetmodel. Dat laatste zal misschien te maken hebben met het aan de macht komen van de pragmatische generatie (de veertigers Rutte, Zijlstra, Samson en Asscher). Een generatie die niet zo houdt van grote vergezichten, zoals Rutte stelt.
Ook in de mondiale geschiedenis hebben christenen en liberalen soms belangrijke dingen tot stand gebracht. Onlangs stuitte ik op dit
interessante artikel over het afschaffen van de slavernij door Chris Berg. Hoewel we tegenwoordig tot in de 20
e generatie een schuldcomplex aangepraat krijgen over de (inderdaad afschuwelijke) wantoestanden tijdens de slavernij, benadert Chris Berg het anders: hij legt er juist de nadruk op dat de westerse beschaving de eerste beschaving was die vrijwillig overging tot afschaffing van de slavernij.
Volgens Berg was dat te danken aan zowel christenen als klassiek-liberalen. De felste tegenstanders van de slavernij waren activistische christenen, waarvan de Engelsman William Wilberforce de bekendste is. Wilberforce was de drijvende kracht achter de afschaffing van de slavernij in het Britse koloniale rijk in 1833, helaas pas in 1863 gevolgd door Nederland. Maar, zo betoogt Berg, op de achtergrond waren het de grote klassiek-liberale denkers die hiervoor de basis hebben gelegd. Zowel John Locke als Adam Smith hebben zich in hun geschriften duidelijk uitgesproken tegen de slavernij. Het principe van slavernij was simpelweg niet te rijmen met de ideeën van de klassiek-liberalen over individuele vrijheid en een vrije markteconomie. Het artikel van Berg is zeker een aanrader.
Christenen en liberalen samen ten strijde tegen EU-bureaucratie?
Goed, we weten dus dat christenen en liberalen in bepaalde omstandigheden samen iets groots tot stand kunnen brengen. In dat kader vind ik het jammer, dat er geen Nederlandse liberale partij zit in de Europese fractie van Conservatieven en Hervormers (ECR), de fractie waarin zich inmiddels behalve de Britse Conservatieven van David Cameron ook de Duitse eurosceptische partij AfD en de Nederlandse christelijke (en eurokritische) fractie van ChristenUnie bevindt (SGP bevindt zich vooralsnog in de fractie van Nigel Farage, maar zal mogelijk overstappen naar ECR).
Je zou zeggen dat als de VVD een heel klein beetje trouw was gebleven aan de eigen principes, zij zich nu zou bevinden in de ECR-fractie van de EU-hervormers en niet in de ALDE-club van de verstokte eurofederalisten Guy Verhofstadt en Alexander Pechtold. Zolang de principeloze Mark Rutte de baas is bij de VVD, zullen ze wel bij ALDE blijven. Dat is jammer, want dit was nu juist een mooi gezamenlijk project geweest voor confessionelen én liberalen. Hand in hand zouden de EU kunnen hervormen en zorgen voor het behoud van onze nationale soevereiniteit. Een historische missie!