In de Abel Herzberglezing in Amsterdam ging de minister van Volksgezondheid in op de gevolgen van de coronacrisis op de samenleving. Hij zette daarmee ook de politieke lijnen uit die hij ziet als nieuwe leider van het CDA.
"Het virus laat ook zien dat je met de ieder-voor-zich, als samenleving niet bestand bent tegen een crisis van deze orde."
De oplossing ligt volgens hem in een ‘sterke samenleving’ en in de zorg voor elkaar.
Het kabinet en het RIVM deden van begin af aan alsof ze de situatie onder controle hadden. Mondkapjes werden vlak voor de lockdown nog in bulk verkocht aan China en bedrijven hier (zoals mondkapjesproducenten) werden wekenlang in de wacht gezet, want bij de overheid moest er nog worden gesteggeld over de prijs.
Het RIVM gaf continu tegendraadse signalen en adviezen die onverenigbaar waren met andere maatregelen. Één voorbeeld: zorgpersoneel dat na 24 uur klachtenvrij zichzelf als genezen mocht beschouwen, terwijl de rest van Nederland na die 24 uur nog dik twee weken besmettelijk kon zijn en in quarantaine moest.
Laboratoria boden aan om coronatests te ontwikkelen en te analyseren. Dat hoefde niet van het RIVM, ondanks het feit dat Nederland maar op 50 procent capaciteit draaide. En waarom moest er perse een nieuwe corona-app komen? Diverse bedrijven hadden er al één ontwikkeld en enkele landen hadden er al een paar in gebruik genomen.
De Jonge wilde zelf graag een nieuwe app en liet heel Nederland daar maanden op wachten, terwijl bedrijven ze dus allang ter beschikking hadden staan. En dan ligt het probleem volgens De Jonge dus bij de markt, want die zou een "ieder-voor-zich"-samenleving in stand houden, die "niet bestand is tegen een crisis van deze orde".
Ondoordachte regels en de traagheid van het beslissen heeft hier voor enorme schade gezorgd, niet "het liberalisme". Als er iets is dat niet bestand is tegen een crisis van deze orde, dan is het onze overheid wel.