Redactionele noot: Wij presenteren hierbij onze nieuwe columnist, Jhim van Bemmel. Hij is Tweede Kamerlid voor de PVV en werkt momenteel aan een initiatiefswet over benzineprijzen. Welkom Jhim!
Terwijl de olieprijs met horten en stoten een spectaculaire daling heeft ingezet, zijn de benzineprijzen nog steeds dicht bij een recordhoogte. De beweging omhoog van de benzineprijzen lijkt een beetje op een katrol. Men trekt vrij gemakkelijk alles naar boven. Voor de gang naar beneden moet men echter op een andere schakelaar drukken. Dit wordt meestal nagelaten of met weinig enthousiasme, te laat en te weinig, in beweging gezet. Automobilisten zijn toch zo kritiekloos wordt gedacht ten burele van de rijke oliemagnaten.
Voorvechters van de hoge benzineprijs verwijten de PVV een populistisch geluid. Er zijn immers nog veel meer factoren van invloed op de benzineprijs. De koersverhouding tussen de dollar en euro, de oliewinning, raffinagecapaciteit, distributie, situatie van het Midden Oosten, accijnzen etc. Een aantal van deze variabelen zijn echter oliemaatschappij gebonden met als gevolg dat er relatief grote verschilllen zouden moeten zijn tussen de adviesprijzen van de verschillende maatschappijen. Laten we dan vandaag, 24 september 2011, eens kijken naar die prijzen. Daar komen ze dan: Shell 1,719, BP 1,719, Esso 1,719 en vooruit een klein verschil met Texaco en Total die beiden de prijskatrolnog iets hoger hebben staan op Eur 1,729. Dit geeft direct aan dat er blijkbaar niet zoveel variabelen zijn. Wat ziet iedere beginnende econoom aan deze cijfers? Ten eerste dat er blijkbaar helemaal niet zoveel onzekerheden zijn als waarmee wordt geschermd. Ten tweede dat de concurrentieprikkel totaal afwezig is in deze markt. Met een net woord noemen we dit een oligopolische markt.
Uit een onderzoek van een aantal jaren geleden bleek al dat de oliemaatschappijen op deze markt elkaar nauwlettend in de gaten houden en nagenoeg gelijk hun prijzen aanpassen. Een marktleider verhoogt de prijzen en de anderen volgen direct. Wat zijn nu de instrumenten van de overheid? De NMA doet regelmatig onderzoek maar heeft met een groot aantal verzachtingssynoniemen altijd een positief oordeel in petto voor marktpartijen waarbij een gebrek aan concurrentie aan de hand lijkt te zijn. Vroeger sprak men gewoon van kartelvorming maar tegenwoordig horen we termen als marktvolgend gedrag en perfecte markt Alles wordt uit de kast gehaald om het k-woord maar te vermijden. Kortom onduidelijkheid troef in deze markt. Het enige wat aan het einde van het jaar weer zeer duidelijk naar voren komt zijn de astronomische winsten van de oliemaatschappijen. Wat kunnen we als overheid doen is natuurlijk de vraag? Ten eerste mag de NMA wat ons betreft wel weer eens wat kritischer worden. Ten tweede moeten we de automobilisten weer eens centraal stellen.
De eerste stap komt er binnenkort aan: We komen met een initiatief wetsvoorstel waarmee we de publicatie van brandstofprijzen gaan verplichten. Het doel is om altijd en overal in je smartphone, navigatie of website de info te hebben van de dichtsbijzijnde goedkoopste benzineprijzen. Nu is deze info onvolledig en onjuist door een gebrek aan medewerking van de benzinestations. De tweede concurrentieprikkel zal door de oliemaatschappijen zelf moeten worden ingevoerd. Met een weinig kritische NMA zou dit echter nog wel eens lang kunnen gaan duren.