In Financial News stond enige tijd geleden een interview met het duo Blood en Gore, de eigenaren van het duurzame hedge fund Generation Investment Management. Een fonds waaraan onder andere de Anglicaanse kerk veel geld, 50 miljoen pond, in beheer heeft gegeven.
De oud-presidentskandidaat, klimaatapostel en multimiljonair Al Gore heeft met zijn vriend David Blood, voormalig bankier bij Goldman Sachs (sic!), een white paper uitgebracht dat ondermeer pensioenfondsen oproept om klimaatverandering en de staat van het milieu op hun balans te verdisconteren. Duurzaamheidsverslagen moeten verplicht worden geïntegreerd in het jaarverslag. Ook vinden ze het geen goede zaak dat bedrijven hun cijfers per kwartaal moeten bekendmaken, want dat zou leiden tot te veel aandacht voor de korte termijn. Misschien komt het de heren zelf goed uit als zij hun cijfers niet meer hoeven te publiceren, want volgens Al Gore gaat het de laatste tijd wat minder goed met investeringen in duurzaamheid:
Efforts to achieve sustainability in investing have plateaued, the rate of progress has slowed, partly because old cultures always fight back.
Wat op zn zachtst gezegd nogal een understatement is.
Unilever topman Paul Polman is voor Al Gore een aansprekend voorbeeld omdat ook Polman zegt dat hij zich tegen het kwartaalkapitalisme heeft gekeerd. Polman zal, als hij woord houdt, op 26 april aanstaande de Unilever-aandeelhouders daarom trakteren op een vaag en cijferloos verhaal. Ook de groep rond Herman Wijffels manoeuvreert om het private kapitaal tot duurzaamheid te dwingen. Rens van Tilburg, lid van Herman Wijffels Sustainable Finance Lab en vaste columnist van de Volkskrant schrijft:
De enige toekomstbestendige economie is een sociale en duurzame economie. Als (de banken) sector en politiek (onze) aanbevelingen doorvoeren, zullen banken en andere financiële instellingen zich weer meer gaan oriënteren op de behoeften in de reële economie. Net als veel 'echte' ondernemingen die de toenemende schaarste al aan den lijve ondervinden, zullen zij het belang van sociale en ecologische duurzaamheid moeten onderkennen en daarnaar handelen.
Regelgevers en toezichthouders zullen meer oog moeten krijgen voor sociale- en milieurisico's. Het niet onderkennen van deze risico's betekent dat onduurzame activiteiten te goedkoop krediet kunnen krijgen. (..) Ook moet de risicoweging van bezittingen, zoals het op nul stellen van het risico van leningen aan OESO-landen als Griekenland en Portugal, worden herzien. Banken moeten ook minder vrijheidsgraden krijgen om zelf de risico's in te schatten.
Bijvoorbeeld de EU wordt in rechtse kringen vaak socialistisch genoemd, maar corporatistisch is een beter passend label. Steeds duidelijker wordt dat een coalitie van ondernemingen en progressieve politici proberen te bewerkstelligen dat alleen een selecte groep (in naam) politiek-correct opererende bedrijven in aanmerking komen voor de gunsten van de overheid. Daarbij zijn het alleen de grote bedrijven die de financiële middelen kunnen opbrengen die voortvloeien uit met name de op het milieu gerichte regeldruk.
"Corporatism is a system where businesses are nominally in private hands, but are in fact controlled by the government. In a corporatist state, government officials often act in collusion with their favoured business interests to design polices that give those interests a monopoly position, to the detriment of both competitors and consumers."
- (Ron Paul, republikeins presidentskandidaat)
Te gemakkelijk wordt aangenomen dat overheidsinmenging voor alle producenten van goederen en diensten een negatieve invloed heeft. Het tegendeel is waar, juist een oligarchie met een onvrije markt biedt mogelijkheden voor bedrijven die bereid en in staat zijn zich te voegen naar de ideologische wensen van de macht. Zo heeft een vrij groot aantal bedrijven zich gecommitteerd aan de feministische wens om meer vrouwen als commissaris aan te nemen of hen te benoemen in hun raden van bestuur.
Streefcijfers en quota, vrijwillig of niet, bieden etatisten een uitgelezen kans hun strovrouwen te laten infiltreren in het centrum van de macht. Niet in het minst omdat het bedrijfsleven door een gebrek aan vrouwelijke kandidaten op de feministische netwerken, zoals dat van Bercan Günel, aangewezen is.
Op bijeenkomsten van de duurzaamheidsgoeroe Herman Wijffels, zoals bij het Springtijfestival, is het gebruikelijk dat het bedrijfsleven en de ministeries ruim vertegenwoordigd zijn. Dat het niet de topmannen en - vrouwen van grote bedrijven zijn die zich in het gezelschap van Herman en Herma Wijffels en hun NLP-expert Peter Merry vertonen, is voor de groene samenzweerders een teleurstelling; voor mensen die nog in de parlementaire democratie geloven mag dat een kleine geruststelling worden genoemd. De politieke invloed van linkse pressiegroepen en hun netwerken vormen voor onze democratische vrijheid een groot gevaar.
P.S.: Gore betekent onder andere geronnen bloed of moordpartij maar dat natuurlijk geheel terzijde.