Groen is belangrijk, maar groei staat voorop.
In
een column voor de Wall Street Journal legt Bjorn Lomborg uit dat veel politici tegenwoordig de fout maken dat ze geen kosten-baten analyse maken over 'groen en groei'.
In een normale wereld zouden de slimste koppen ter wereld de hoofden bij elkaar steken om uit te vogelen wat wel, en wat niet werkt. Wat is de impact van dit of dat plan? Hoeveel gaat het ons kosten? Is een extra boom een werkloosheid waard van 8%, om maar wat te noemen?
Helaas werkt het niet zo in de wonderlijke wereld van de politiek. Daar worden met name economici behandeld alsof ze melaats zijn. Jammer, want juist zij begrijpen welk beleid wel, en welk beleid niet werkt.
Lomborg:
In our time of austerity, policy makers are reducing spending across the board. This makes it especially vital that the money we do spend achieves as much as possible. Cost-benefit analysis can seem colda hard-nosed, money-focused, GDP-is-God approach. But a world of scarce and competing resources requires it, and proper cost-benefit analysis encompasses much more than simple economic costs.
De auteur werkt voor een denktank genaamd de Copenhagen Consensus Center. Deze organisatie probeert oplossingen te bedenken voor wereldwijde problemen. Waaronder biodiversiteit:
In new work for the Copenhagen Consensus 2012, researchers have prepared unorthodox proposals that could be substantially more effective. For example: Since one of the main reasons we cut down natural habitat is to increase farming output for a growing population, one proposed policy is to increase agricultural yields through research and development, making it possible to feed more people with less land. This is a controversial answer to the challenge of the loss of biodiversity, but one which might do more, at lower cost, than our current efforts.
Een voorbeeld hiervan is, natuurlijk, palmolie. Nog niet zo heel lang geleden prees de groene lobby palmolie aan als een waar wondermiddel. Tegenwoordig zeggen onze vrolijke vrienden van de radicale milieuclubs echter dat palmolie de bron van alle problemen is. Geen van beide zijn waar, natuurlijk, maar palmolie kan wel degelijk een bijdrage leveren en is efficienter qua landgebruik dan andere gewassen.
Zo heeft palmolie genoeg aan 0,26 hectare land om een ton aan olie te produceren, terwijl witte sojabonen, zonnebloemen en koolzaad respectievelijk 2,22, 2 en 1,52 hectare nodig hebben om dit resultaat te bereiken. Als je een kosten-baten analyse maakt is het dus volstrekt logisch om palmolie in te zetten om bijvoorbeeld de wereldwijde voedselproblematiek op te lossen.
Lomborg heeft gelijk: we moeten rustig een kosten-baten analyse maken voor we besluiten wat voor beleid we nastreven. De wereld is niet de zandbak van Greenpeace, MilieuDefensie en andere radicale milieuorganisaties, waar ze kunnen doen en laten wat ze willen, zonder dat het van invloed is op anderen.