Bestaat er zoiets als nationale solidariteit?
Het korte antwoord kan daarop alleen maar 'ja' luiden. Toen de de grote Europese mogendheden zich in de zomer van 1914 voor de oorlog opmaakten, waren de socialisten niet in staat die te voorkomen en het raderwerk van de massamobilisatie stil te zetten. De nationale solidariteit bleek sterker dan de internationale solidariteit. Duitse arbeiders voelden zich meer verwant met het Duitse Rijk, Franse arbeiders gingen voor Frankrijk. Aan de oproep your country needs you werd ook aan Britse kant massaal gehoor gegeven. In 1914 was de patriottische stemming groot. Van alle collectieve krachten is het nationalisme een van de sterkste.
Dat bleek ook na de val van de Berlijnse Muur. Hoewel het nationalisme (en zeker het Duitse) in Oost en West taboe was verklaard, speelde het nationale gevoel onmiddellijk op na de val van de Berlijnse Muur. Er werd lippendienst verleend aan de Europese Idee, maar de West-Duitsers hadden nooit zoveel voor de eenwording betaald als het niet om inner-Duitse heling was gegaan. De Oost-Duitsers, die voor de D-Mark kozen en niet als soevereine Oost-Duitse staat verder wilden gaan, moesten geholpen worden, en de regering in Bonn besloot daarvoor de argwaan van vrijwel alle Duitse buurstaten (van Frankrijk tot Polen) te trotseren. Dat er over en weer familiebanden waren (echte bloedbanden dus), maakte die onderlinge Duitse lotsverbondenheid nog sterker, daar hadden ook de ideologische tegenstellingen tussen kapitalisme en communisme niks aan veranderd.
Toch is dat niet het hele verhaal. Het multinationale Habsburgse Rijk hield de strijd langer vol dan gedacht, de loyaliteit aan de Oostenrijkse keizer was verrassend groot. Pas toen het rijk uit elkaar viel, werd dat anders. Het Britse Imperium herbergde talrijke volkeren, en tot op de dag van vandaag vieren Australiërs en Nieuw-Zeelanders de offers die de ANZAC (Austrialian and New Zealand Army Corps) gebracht hebben voor Churchills rampzalig afgelopen Dardanellenveldtocht in 1915. Wie de slagvelden bij Gallipoli bezoekt, treft daar opmerkelijk veel jonge Australiërs en Nieuw-Zeelanders, die niet in de superieure krijgskunt van Moestafa Kemal Atatürk zijn geïnteresseerd, maar in de eigen heldendaden. En het Turkse nationalisme was vooral een reactie op het nationalisme van de andere volken in het Ottomaanse Rijk (vooral dat op de Balkan), en op het gevoel dat de Europese mogendheden het Anatolische restgebied wilden verdelen. Nationalisme draait vooral om in de oorlog geboren mythes, en dat kunnen ook heroïsche nederlagen zijn (zoals de slag op het Merelveld in Kosovo Polje, toen de Serviërs op 28 juni 1389 door de Turken werden verslagen). Mystiek en nationaal heldendom liggen in elkaar verlengde, en ook nederlagen kunnen groots en heroïsch zijn. Maar dat zijn ze maar zelden. Vaker zijn nederlagen traumatisch en zetten zij kwaad bloed, ook binnen de eigen natie.
De bolsjewistische revolutie was er waarschijnlijk nooit geweest als de heilige Russische legers in de oorlog beter hadden gepresteerd. Voor de Duitsers, die tot de zomer van 1918 aan de winnende hand dachten te zijn en bij de aparte vrede van Brest-Litovsk in maart 1918 met het bolsjewistische Rusland grote gebiedswinst in Oost-Europa boekten, kwam het als een onaangename verrassing dat de Duitse oorlogsleiding in november 1918 plotseling de handdoek in de ring gooide. Dat moest wel verraad zijn, waarbij die Novemberverbrecher in het linkse kamp werden gezocht. Met het uitbreken van muiterijen in de marinehaven van Kiel werd de dolkstootlegende geboren die zo'n grote rol heeft gespeeld bij de latere opkomst van Hitler. Dat Duitsland bij de aansluitende Vrede van Versailles (1919) door de geallieerden tot verliezer werd verklaard en allerlei vernederende bepalingen kreeg opgelegd, versterkte het gevoel van verraad nog meer. Nationaal ressentiment, dat tot revanchegevoelens aanzet, kan een enorme kracht uitoefenen, maar is ook een splijtzwam. De nazi's haalden nooit een meerderheid bij vrije verkiezingen en allerlei landgenoten werden tot volksvijanden verklaard. Zoals elke revolutie zijn eigen kinderen opvreet, zo vreet elk nationaal-chauvinisme als eerste de eigen landgenoten op die niet helemaal in het gelid lopen. En niets is zo erg voor de nationale trots als een verloren oorlog van een volk dat zich superieur waande. Dat schreeuwt om wraak.
Ook Nederland cultiveert een slachtoffergevoel, maar de Duitse inval van 10 mei 1940 maakte een einde aan de nationale zelfstandigheidspolitiek waarbij Nazi-Duitsland tot het laatste moment als een bevriende buurstaat werd gekoesterd. Dat Nederland zowel met Duitsland als Japan historisch goede betrekkingen onderhield en er toch door werd overvallen, maakt het gevoel van verraad zo groot. Anderzijds geeft dat ook het gevoel zelf moreel voortreffelijk te zijn, een pleister op de wonde. Op 4 mei herdenkt Nederland zijn doden uit de Tweede Wereldoorlog en de laatste jaren ook de slachtoffers die nadien zijn gevallen bij latere conflicten en vredesoperaties waarbij het Koninkrijk betrokken was. Dodenherdenking is bij uitstek een nationale gebeurtenis, al gaan er in het teken van de verzoening en de vrede ook steeds meer stemmen op om daarvoor ook Duitsers uit te nodigen. Op 5 mei is het bevrijdingsdag, waarop de nationale driekleur vrolijk wappert (en niet meer halfstok hangt). Maar Nederland was nooit van de naziterreur bevrijd als de geallieerde legers (en het Rode Leger van de Sovjet-Unie) er niet alles aan hadden gedaan om Hitler-Duitsland te verslaan. Het was een internationale coalitie die sterker was dan de coalitie van de As-mogendheden. En het blijft opmerkelijk, en in strijd met elk nationalisme, dat zoveel Amerikanen hun leven hebben geriskeerd voor de bevrijding van andere volken.
Nationale solidariteit bestaat dus wel, maar heeft een grote kans te ontsporen. Dat is in de eerste helft van de twintigste eeuw op grote schaal gebeurd. Het zijn internationale coalities die daaraan uiteindelijk met militaire interventies een eind maken. Zo wint de internationale solidariteit toch. In de twintigste eeuw dankzij Amerika, dat een universeel democratisch messianisme uitdraagt en een immigrantenland is. Misschien kun je het ook zo zeggen: het Amerikaanse patriotisme is het enige patriottisme gebleken waarvan andere volken beter worden. Over het nationalisme van de rest zullen we het verder niet hebben. Anders worden die mensen boos, en voor boze mensen moet je oppassen. Zij richten niet alleen zichzelf te gronde, maar ook hun eigen volk en de nationale waarden waarvoor dat meent te staan.
Heel dom dus eigenlijk. Maar dat zal voor iedereen duidelijk zijn...