De aankondiging van de bankentax kreeg gisteren de meeste aandacht uit de toespraak van de voorzitter van de Europese Commissie Barroso. Ten onrechte, want het proces waarvoor we bang zijn, een verdergaande greep vanuit Brussel op de handel en wandel van de gemiddelde burger, is al een stapje verder.
Barroso's pleidooi voor een bankentax is niet meer dan een opstapje tot een omwenteling die het karakter van de EU definitief moet transformeren tot een politieke eenheid. In zekere zin is de bankentax een middel om het verbod op directe Europese belastingen bij het grof vuil te zetten. Dat daarvoor een maatschappelijk populaire maatregel als een bankentax wordt gebruikt, zal veel kiezers met te weinig kennis van zaken zand in de ogen strooien. Dat de banken moeten gaan betalen klinkt prachtig. Maar dat de banken die belasting direct doorberekenen aan de consument ligt vast, en niets kan ze tegenhouden. Het is zelfs waarschijnlijk dat ze er nog een schepje bovenop doen, want meer nog dan absolute winstcijfers, kijken bankiers naar marges. De geprojecteerde opbrengst van 55 miljard zal iedere Europeaan jaarlijks ruim 100 euro kosten. Voorlopig.
Een doorvoeren van die bankentax heeft echter tot gevolg, dat er een precedent voor een directe Europese belasting wordt geschapen. Als men die vanaf Europees niveau mag opleggen aan de banken, is ook de gemiddelde burger niet langer veilig voor de financiële eisen die het Europees Parlement gaat stellen. Ongetwijfeld ter financiering voor de meest mooie vergezichten van Europees niveau, en met de beste bedoelingen, maar feit blijft, dat dan het hek van de dam is. Een rampzalig vooruitzicht.
De wereldvreemdheid van het Europees Parlement werd dit voorjaar nog prachtig door haarzelf geïllustreerd, door een verhoging van haar budget met 8% te eisen. Crisis? Niks mee te maken! Uiteindelijk werd een moeizaam compromis bereikt, maar dat het laatste woord daarover nog niet gezegd was kon niemand ontkennen.
De bankentax is het volgende hoofdstuk in dit drama. Ongetwijfeld is de tax bedoeld voor het financieel ondersteunen van de crisisbestrijding. Vestzak-broekzak dus, want het zijn juist de banken die de komende tijd extra financiële ondersteuning nodig zullen hebben om overeind te blijven. De korte-termijn resultaten van zo'n bankentax zijn dus aantoonbaar irrelevant, maar zoals hierboven al betoogd, dat was dan ook niet het oogmerk om haar in te voeren.
Paragraaf twee van dit hoofdstuk van de Europese Integratie zal zijn het invoeren van Eurobonds. Barroso praat daar al een tijdje over, omdat het de EC vrijwel onafhankelijk zal maken van de rem die de (grote!) lidstaten nu nog kunnen uitoefenen. Nog even afgezien van de rampzalige effecten die een verdere uitbouw van Europees lenen zal hebben op onze economie, is er nog een tweede bezwaar.
Het machtsevenwicht binnen de EU rust op drie onevenwichtig gefundeerde peilers, die in een moeizame contraptie met elkaar bestaan. Die peilers zijn, de Europese Commissie, de leiders van de lidstaten, en het Europees parlement. Dat laatste bungelt er een beetje bij, omdat zij door het ontbreken van de mogelijkheid zelf rechtstreeks belastingen te heffen, geen vuist kan maken. De leiders van de lidstaten vormen het tegenwicht van de centralistische drang van de Commissie, en met de door Barroso voorgestelde maatregel gaat hij dus een regelrechte machtsstrijd aan met de lidstaten.
De Commissie lijkt er van uit te gaan, dat door de positie van het EP te versterken, ook die van haarzelf sterker zal worden. Uiteindelijk zal in dit scenario de leiders van de lidstaten weinig meer resten dan een adviserende functie. Dat de EC onevenredig meer macht zal winnen dan het EP staat vast. Maar voor het EP geldt, dat zij de leiders van de lidstaten zal vervangen als belangrijkste tegenspeler van de Commissie.
Terugkijkend lijkt dit al langer aan de gang te zijn dan we ons dagelijks bewust zijn. De aanstelling van Van Rompuy en zijn hulpje voor buitenlandse zaken is in dit licht bezien een poging vanuit de leiders van de lidstaten om de Commissie wat gras voor de voeten weg te maaien, door een permanente machtsfactor tegenover de Commissie te creëren. De aankondiging van 'Merkozy', om de eurozone door een apart lichaam te laten bestieren ondergraaft eveneens de positie van de Commissie, en
Barroso heeft het in zijn rede gisteren dan ook naar de stortkoker verwezen.
Te midden van de steeds heviger woedende crisis spelen de Europese instituties onderling een spelletje machtspoker. Werkt dat verlammend? Nauwelijks, want al eerder is binnen de EU bewezen, dat daadkracht slechts ontstaat als de problemen tot vrijwel onoverkomelijke proporties zijn gegroeid.
De aankondiging van de bankentax is goed getimed, want de publieke opinie zal het de leiders van de lidstaten niet makkelijk maken er van af te zien. Dat we hiermee niet afstevenen op een federaal Europa, maar direct op een unificatieproces, met alle gevolgen van dien, lijkt nog niet overal doorgedrongen. Maar dat zou een gevolg zijn van de macht die het EP hiermee kan verwerven. Het budgetrecht is door de eeuwen heen de belangrijkste machtsfactor geweest in de strijd tussen staatsrechtelijke instituties. Wie dat weggeeft, geeft zijn laatste kans op soevereiniteit weg.