Het Europees noodfonds ESM moet grote reserves aanhouden voor directe bankensteun.
Daardoor slinkt het beschikbare geld niet met ?60 mrd, het afgesproken bedrag aan bankensteun, maar met 180 mrd. Inmiddels is van de oorspronkelijke leencapaciteit voor noodlijdende landen iets meer dan de helft over.
'Grote aanslag op het noodfonds'
Bronnen in Brussel bevestigen dat het nieuwe leeninstrument voor ondergekapitaliseerde banken een forse aanslag is op de omvang van het noodfonds. Als het ESM 60 mrd voor bankensteun gebruikt, neemt de leencapaciteit van het fonds met 180 mrd af, aldus een ingewijde. Ook een andere bron bevestigt dat van het fonds van 500 mrd nog maar 320 mrd voor noodlijdende landen overblijft.
Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem, tevens voorzitter van de Eurogroep, liet de Tweede Kamer onlangs al weten dat steun aan banken een grote aanslag op het noodfonds zou betekenen. Handhaving van de hoge kredietwaardigheid van het ESM heeft tot gevolg dat gebruik van dit risicovollere ESM-instrument grotere gevolgen heeft voor de leencapaciteit dan het gebruik van andere ESM-instrumenten, aldus de minister.
Een logische consequentie
Het risico op leningen aan banken is nu eenmaal vele malen hoger dan het risico op leningen aan andere eurolanden, stelt een Brusselse bron. Dat de leencapaciteit van het fonds omlaag gaat, is een logische consequentie.
Vorige week donderdag besloten de ministers van financiën van de zeventien eurolanden dat ?60 mrd van het noodfonds beschikbaar komt voor rechtstreekse steun aan banken. Tot dan toe liep bankensteun altijd via een lidstaat die daarmee garant staat voor de terugbetaling van de steun.
Behoud kredietwaardigheid
Het ESM is vorig jaar van start gegaan met een leencapaciteit van 500 mrd. Inmiddels heeft Spanje 41,3 mrd geleend voor zijn bankensector en is Cyprus 9 mrd toegezegd. Daarmee was de capaciteit van het fonds al gereduceerd tot 449,7 mrd. Nu het leeninstrument voor banken in totaal 180 mrd blijkt te kosten, heeft het ESM nog maar 269,7 mrd over om aan zwakke eurolanden uit te lenen.
De grote reserves zijn nodig om het fonds zijn hoge kredietwaardigheid te laten behouden. Het ESM is slechts voor een klein deel gefinancierd met gestort kapitaal van de eurolanden. Om geld aan banken en zwakke landen te kunnen uitlenen, moet het ESM zelf geld op de markt ophalen.
Effecten van bankensteun
Bij de start van het tijdelijke noodfonds EFSF in 2010 kampte de eurozone ook al met dit probleem van reservevorming. Uiteindelijk besloten de ministers toen om meer garanties voor het fonds af te geven zodat de leenmogelijkheden groter werden. Dijsselbloem verantwoordt deze week in een brief aan de Kamer wat de effecten zijn van bankensteun.