Zo niet, misschien dat hij dan even kan vertellen van wie hij dit verhaal "geleend" heeft?
Forum voor Democratie had gistermiddag al een paar mooie Kamervragen ingediend aan het adres van nepnieuwsverspreider Halbe Zijlstra, maar 's avonds laat voegde de partij daar nog een hele reeks belangrijke vragen aan toe. Die vragen staan natuurlijk op de lijst met 109 Kamervragen waar ik eerder al over schreef, maar ik wil er één specifieke vraag even uithalen. Die vraagt zegt namelijk alles over de geloofwaardigheid van de minister... en ik ben dan ook buitengewoon benieuwd naar het antwoord.
In 2015 vertelde Zijlstra in het tv-programma Pauw dat hij getuige was geweest van een bomaanslag in de Colombiaanse hoofdstad Bogota. "Ik was aan de overkant van de straat toen het gebeurde," zei hij toen. "Ik had het glas in mijn hoofd." De bomaanslag werd, aldus de NOS, vermoedelijk gepleegd door de FARC of een drugsbaron. Zijlstra zei bij Pauw buitengewoon geëmotioneerd te zijn. Het was een écht trauma:
Huhu, ja. Jammer genoeg voor meneer de minister heeft hij zich zo ongeloofwaardig gemaakt dat geen zinnig mens hier ook maar iets van gelooft. Niet zonder bewijs gezien te hebben, tenminste.
Dat bewijs zou ik heel graag even willen zien. En als hij dat bewijs niet kan leveren ga ik er maar vanuit dat hij dit verhaal óók "geleend" heeft van een ander. De enige vraag is dan: van wie?
Ik kijk uit naar het antwoord van meneer de minister op deze prangende vraag.
Hier zijn alle 27 Kamervragen ingediend door Thierry Baudet en Theo Hiddema. Complimenten aan de heren die hier duidelijk bovenop zitten.
Vraag 1:
Wanneer werd de Minister zich er bewust van dat zijn verhaal over zijn aanwezigheid bij de bijeenkomst met Vladimir Poetin in 2006, een leugen was?
Vraag 2:
Gezien het feit dat de Minister heeft aangegeven dat het niet zijn eigen ervaring betreft, maar die van een beschermde bron: van wie heeft de Minister het verhaal gehoord?
Vraag 3:
Indien de Minister niet kan aangeven van wie hij het verhaal heeft ‘geleend’, hoe kunnen we zijn verhaal van een fabricatie onderscheiden?
Vraag 4:
Inderdaad, hoe is het verhaal van de Minister te verifiëren?
Vraag 5:
En indien dat niet kan, hoe kan de Minister dan verwachten dat we hem geloven?
Vraag 6:
Wanneer heeft de Volkskrant de Minister benaderd met het verhaal over zijn gefabriceerde ontmoeting met Poetin?
Vraag 7:
Kan de Minister een overzicht geven van wie, naast de Volkskrant, de afgelopen jaren nog meer hebben gevraagd naar de feitelijke juistheid van het verhaal van de Minister over zijn ontmoeting met Poetin in 2006? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8:
Klopt het dat de Minister zijn bron in contact heeft gebracht met de Volkskrant, zoals de Minister aangaf in zijn interview met Nu.nl? Zo nee, is hier tevens sprake van een ‘geleend’ verhaal?
Vraag 9:
Indien de bron van het ‘geleende’ verhaal daadwerkelijk bestaat, zou de Minister zijn bron dan kunnen aansporen om naar een besloten hoorzitting te komen om ten overstaan van de Commissie van Buitenlandse Zaken het verhaal nogmaals te vertellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10:
Wanneer heeft de Minister het verhaal gehoord over de ontmoeting met Poetin en diens uitspraken bij de betreffende bijeenkomst in 2006?
Vraag 11:
Wanneer besloot de Minister dit verhaal te ‘lenen’ en te presenteren als eigen ervaring?
Vraag 12:
Hoe heeft Minister gepoogd het verhaal van zijn bron te verifiëren?
Vraag 13:
Wanneer heeft de Minister de Minister-President op de hoogte gesteld van zijn gefabriceerde verhaal?
Vraag 14:
Is het ‘geleende’ verhaal van de Minister aan de orde gekomen in zijn gesprek met de formateur? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft de Minister de formateur hierover medegedeeld?
Vraag 15:
Wanneer vond de bijeenkomst in het buitenhuis van de Russische President plaats?
Vraag 16:
Kan de Minister aangeven in welk buitenhuis van Poetin de bijeenkomst precies plaatsvond?
Vraag 17:
Wie waren er wél aanwezig bij de bijeenkomst?
Vraag 18:
Hoeveel andere verhalen heeft de Minister ‘geleend’ en van wie? Graag toelichten met voorbeelden.
Vraag 19:
Was de Minister echt aanwezig bij de bomaanslag in Bogota zoals hij in 2015 bij Pauw beweerde? Zo ja, kan de Minister dit bewijzen? Zo nee, kan hij aangeven van wie hij dit verhaal heeft ‘geleend’? (https://nos.nl/artikel/2070202-zijlstra-getuige-van-bomaanslag-in-2003.html)
Vraag 20:
In hoeverre is het buitenlands beleid van de Minister gebaseerd op ‘geleende’ verhalen?
Vraag 21:
Heeft de Minister kennis genomen van de grote verontwaardiging die vandaag in de internationale pers ontstond over zijn leugens? Zo nee, hoe blijft de Minister op de hoogte van het internationale nieuws?
Vraag 22:
Wat denkt de Minister dat de impact is van deze nieuwsberichten op het imago van Nederland in het buitenland?
Vraag 23:
Deelt de Minister de opvatting dat hij hiermee het internationale imago van Nederland schaadt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 24:
Wat denkt de Minister dat de impact is van deze nieuwsberichten op de onderhandelingspositie van de Minister, in het vertegenwoordigen van de Nederlandse belangen, ten opzichte van het buitenland?
Vraag 25:
Gezien de gespannen diplomatieke verhoudingen tussen Nederland en Rusland, in hoeverre denkt de Minister deze verhoudingen te verbeteren met het fabriceren van verhalen over een ontmoeting met de Russische President?
Vraag 26:
Gezien de ambities van de Minister om voorzitter te worden van de VN Veiligheidsraad, hoe denkt de Minister dit nog geloofwaardig te kunnen doen?
Vraag 27:
Hoe denkt de Minister nu nog op een geloofwaardige wijze Nederland te kunnen vertegenwoordigen in het buitenland en in internationale organisaties?