Ik kreeg een mailtje met de mededeling dat ik dit vast wel wilde zien. Een vraaggesprek met Herman Heinsbroek door KRO-journalist Sven Kockelmann. Het werd mij aanbevolen als een beetje Hard Talk, een interviewprogramma bij de BBC. Het kostte mij even voor ik hiertoe kwam. In tegenstelling tot geschreven teksten, die je in een paar minuten wegleest, kost zo'n tv-programma meer dan een half uur. We horen vaak dat 'het beeld' superieur is. Maar allemachtig, wat duurt dat lang. Dat wil niet zeggen dat Heinsbroek, oud-minister voor de LPF, niks te melden had. Integendeel, Heinsbroek was goed van de tongriem gesneden en presenteerde zich als een financieel onafhankelijke jongen van de gestampte pot. Hij keek terug op zijn tijd als minister en op Pim Fortuyn, een man met visie in wiens schaduw Geert Wilders (met wie Heinsbroek niet veel zei te hebben) niet kan staan. Wel gaf hij toe dat Wilders een erfgenaam van Fortuyn was, maar dat was Wouter Bos, die volgens hem goed naar Fortuyn gekeken had, ook. Eduard Bomhoff, die andere LPF-minister met wie Heinsbroek in conflict kwam, kreeg ook even een veeg uit de pan. Professor Bomhoff zag zichzelf als opvolger van Fortuyn, waar Heinsbroek vooral een oud-lid van de PvdA zag. En die hele LPF bestond uit een zooitje halve garen die er een geweldige pan van maakten waarin hij, Heinsbroek, wel ten onder moest gaan, hoewel hij zijn stinkende best had gedaan. Hij was een echte ondernemer, en echte ondernemers moet je op Economische Zaken zetten, niet van die beroepskronkelaars als Maxime Verhagen, de man die het gedoogkabinet met de PVV mogelijk maakte en volgens Heinsbroek niet te vertrouwen is.
Tot zover niet echt iets nieuws. Heinsbroek liet zich niet onderbreken, ook niet door de interviewer, die wel wat probeerde tegen te sputteren, maar eigenlijk met zijn vraagjes de bal panklaar legde, waarna Heinsbroek hem alleen maar hoefde in te tikken. Dat bleek vooral toen het gesprek op Europa en de euro kwam. Hier maakte Heinsbroek opmerkingen die door velen zullen worden gedeeld en die hier op de Dagelijkse Standaard ook dagelijks klinken. Die euro is een geweldige mislukking, je kunt geen muntunie vormen tussen noordelijke landen met een traditie van soliditeit en zuidelijke landen voor wie 'solidariteit' betekent dat de rekening door anderen wordt betaald. Kockelmann mompelde nog wel iets over 'te laat', maar Heinsbroek was niet meer te stuiten en legde uit dat landen als Zweden, Denemarken, Engeland en Zwitserland allemaal niet aan de euro meedoen en dat het daar prima gaat. Nederland moest met Duitsland gaan overleggen om een uittreden bespreekbaar te maken, want wij Nederlanders hebben geen zin om straks als François Hollande wint de pensioenen van de Franse ambtenaren te betalen. Wij, en hier spreekt de echte ondernemer, zijn wel voor Europa en de Gemeenschappelijke Markt, maar al die verhalen over de voordelen van de euro zijn gewoon totale onzin.
Zo, die zit. Het zou natuurlijk beter zijn geweest wanneer dit tien of vijftien jaar geleden was bedacht. Maar toen was ons bedrijfsleven en de hele Haagse politiek voor de euro, en hebben we ook mannen als Heinsbroek niet gehoord. De EMU had pleitbezorgers als Eduard Bomhoff, die als columnist in NRC Handelsblad als één van de grote voordelen zag dat met de euro ook landen als Spanje van de soliditeit van de Germaanse stabiliteitscultuur zouden kunnen profiteren en tegen een lage rente zouden kunnen gaan lenen. Inmiddels is ook Bomhoff, die na zijn periode als LPF-minister werd uitgekotst en zijn heil in Maleisië zocht, van mening dat er iets fout is gegaan, en dat Spanje 'tijdelijk' zou moeten uittreden tot de problemen daar weer zijn opgelost. Het zijn dit soort opgeruimde ideetjes over Europa die je bij economen wel vaker tegenkomt en waar 'echte ondernemers' van het type Heinsbroek nog een schepje bovenop doen. Volgens Heinsbroek is het heel wel doenlijk om samen met Duitsland weer uit de euro te treden, en je moet daar in elk geval over gaan praten, want iedereen ziet dat het zo niet verder kan. Het is dit pragmatische 'out of the box'-denken dat zulke buitenstaanders zo aantrekkelijk maakt. Weg met dat geneuzel in Brussel, gewoon je eigen plan trekken. Alsof dat zomaar gaat en Nederland nog een eigen plan heeft.
Waar figuren als Heinsbroek ongevoelig voor zijn is dat Duitsland om historische redenen Frankrijk nooit zomaar zal loslaten. Al die pleidooien voor de opsplitsing van de eurozone in een neuro en een zeuro ontkennen het 'onomkeerbare' karakter van de euro. Dat wil niet zeggen dat de boel niet uiteen kan vallen, dat risico is zelfs levensgroot. Maar een gecontroleerde ontvlechting, via onderhandelingen en een nette boedelscheiding, is onmogelijk. Daarvoor is de Zuid-Europese financiële malaise te groot en hebben de Noord-Europese staten hun lot al te veel met de Latijnse landen verbonden. Iedereen die het perspectief schetst dat dit wel weer even zonder explosiegevaar is terug te draaien, bedot de boel, en schept bovendien een onzekerheid die de markten niet op prijs stellen. Daarbij heeft het Nederlandse bedrijfsleven ook enorme belangen in de Zuid-Europese landen, en reken maar dat die bezittingen worden genationaliseerd als Nederland de muntunie gaat opblazen. Dan gaat de hele stekker eruit, is er helemaal geen Gemeenschappelijke Markt meer en dreigt inderdaad (hier moet ik Gerrit Zalm, die dit wel begrijpt, gelijk geven) een terugkeer naar het protectionisme uit de jaren dertig. Het is dit gebrek aan historisch en politiek besef dat mij in veel economenverhalen zo stoort. Ook Heinsbroek bekijkt alles door een economische bril, het enige dat in Nederland telt, want hij is tenslotte een echte succesvolle ondernemer die zijn schaapjes al op het droge heeft en zich 'beschikbaar' stelt als er een beroep op hem wordt gedaan.
Dat laatste is iets waarvoor je moet oppassen. Als Heinsbroek zo graag het land wil redden, dan kandideert hij maar voor een degelijke politieke partij, het CDA of de VVD, en onderwerpt hij zich aan een campagne waarin zijn nieren kunnen worden geproefd. Dan kunnen we zien wat zijn ideeën waard zijn en wat voor vlees we in de kuip hebben. Maar van die mannen die op basis van hun eigen ondernemerssucces en hun eigen dikke bankrekening van hun eigen gelijk overtuigd zijn, en die ook geen tegenspraak gewend zijn, kunnen we missen als kiespijn. Oók als ze gelijk hebben. Want in de politiek gaat het niet om gelijk hebben, waarbij 'het gelijk van Heinsbroek' ook nog tien jaar te laat komt, maar om gelijk krijgen. Dat doe je niet met een paar leuke interviews waarin je net als Pim ´At your service!´ roept en tegelijk zegt dat je pas uit je Gooise villa komt als het volk daar smachtend om vraagt. Zulke politieke ondernemers, die hun imperium als eenmanszaak runnen, zijn gevaarlijk, of lopen bij de eerste de beste tegenstand alweer weg. Omdat ze onafhankelijk zijn en de boel de boel kunnen laten.