Apple weigert om de FBI te helpen bij het kraken van de telefoon van de terroristen die de aanslag in San Bernardino pleegden. Maar is dat juist of niet? In december openden Syed Faruk en Tashfayn Malik het vuur op onschuldige omstanders in San Bernardino. Het resultaat: 14 doden en minstens zoveel zwaargewonden. Al snel waren er aanwijzingen dat het terroristenduo hulp had gekregen bij de voorbereiding, mogelijk via ISIS. Op hun telefoon staan vermoedelijk berichten die die kunnen bewijzen. Het probleem: de telefoon is vergrendeld. En de beveiliging is zo goed, dat zelfs de FBI deze niet kan omzeilen.
Alleen de schutters kenden de code, en die kennis hebben ze mee hun graf in genomen. Ze zullen zelf niet gemist worden, maar dat specifieke stukje kennis des te meer. Je kunt namelijk niet zomaar wat proberen aan codes: als je tien keer een foute code intoetst, wist de telefoon alle gegevens. En dan is het bewijs dus sowieso weg.
Maar wie zou als geen ander moeten weten hoe deze
iPhone gehackt kan worden zonder dat deze gegevens verloren zouden gaan? Precies, het bedrijf achter deze immens populaire telefoon: Apple. De FBI heeft dat bedrijf dan ook om medewerking gevraagd. Maar dat kunnen ze dus vergeten: het verzoek is afgewezen.
En dan zit je met een ethisch lastig dilemma. Het spreekt voor zich dat het meer dan wenselijk zou zijn om te kunnen achterhalen hoe de twee de gruwelijke aanval gepland hadden. Het doel van de hackpoging is dus zeker legitiem. Het probleem zit hem in de boodschap die dit zou sturen. Apple beweert op het moment namelijk dat de beveiliging inmiddels zó sterk is dat zelfs haar eigen techneuten deze niet meer kunnen omzeilen. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: elke beveiliging, hoe geweldig dan ook, is te kraken. Het kan lang duren, het kan saai zijn maar het is mogelijk. Altijd.
Alleen is het in het geval van de iPhone nog niet gelukt. In een wereld waarin privacy steeds meer een hot topic is, is het altijd mooi om je product in de markt te kunnen zetten als een beschermer van die privacy. Apple heeft er dan ook zeker een puur economisch belang bij om de schijn van de onkraakbare telefoon op te houden.
Maar het gaat hier niet alleen om geld. Of eigenlijk draait het juist allemaal om geld. Want stel dat je een code hebt, een stukje software waarmee je elke iPhone kunt ontsleutelen, zonder enige moeite. Je hoeft alleen maar iemands telefoon fysiek in bezit te hebben (of erger: er op afstand toegang tot krijgen) en je kunt bij alle persoonlijke informatie die op het apparaat staat. Foto's, berichten, bankgegevens: alles. Het moge duidelijk zijn dat we niet willen dat dit in handen van kwaadwillenden valt. En dat is juist zo lastig. De FBI zou graag een loper willen om, in noodgevallen, bij dit soort informatie te kunnen. Daar is op zich, zoals eerder verteld, niet veel tegen. Maar wie zegt dat de FBI, en andere overheidsinstanties, hun beveiliging wel op orde hebben? Er zijn genoeg schandalen die aantonen hoe lek de beveiliging van de Amerikaanse overheid soms is. Kraak deze, en je bent binnen. Moeten we dat echt willen? Moeten we die mogelijkheid geschapen zien worden?
Het antwoord is: nee. Gewoon néé. De kleine verbetering in veiligheid weegt simpelweg niet op tegen de extra onveiligheid die je ermee creëert.