De gemeentebesturen van de vier grootste gemeenten van ons land vragen het kabinet om van 1 juli een nationale feestdag te
maken. De afschaffing van de
slavernij, die nu al informeel gevierd wordt met Keti koti, moet een officiële status krijgen, vinden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.
Nederland moet meer gaan doen om de bevolking met het koloniale verleden te confronteren, stellen de vier grote gemeenten in een brief aan het kabinet. Zo moet er een nieuw bureau worden opgericht dat racisme en discriminatie gaat bestrijden.
Ook moet 1 juli, de dag waarop Keti koti gevierd wordt, steviger worden verankerd in de Nederlandse cultuur. Dat kan door er een nationale feestdag van te maken, zo bepleiten de gemeentebesturen. "Door te gedenken legt de samenleving verantwoordelijkheid af, maar committeert zij zich ook aan een samenleving en een toekomst waarin geen ruimte is voor racisme en kansenongelijkheid. Het zou een dag moeten zijn om te rouwen en te vieren, om naar geleerde lessen uit het verleden te kijken en naar een gedeelde toekomst," vinden Amsterdam en de andere steden.
De reden voor de grote beleidswijzigingen is eenvoudig, aldus de steden: Immers, "de verborgen en ongemakkelijke geschiedenis" blijft nu teveel op de achtergrond.