Het klimaatbeleid gaat wereldwijd voor grote honger en een toename van de armoede zorgen als dit niet op een intelligente manier wordt geïmplementeerd. Dat schrijft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat waarschuwt voor het opzetten van "oogkleppen" in een onderzoek naar hoe maatregelen uit het Klimaatakkoord van Parijs in verhouding staan tot ander VN-beleid.
Voornamelijk Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Azië dreigen de dupe te worden van nieuwe strenge klimaatnormen. Veel mensen daar zijn afhankelijk van de olie-industrie, of van landbouw. Bij een veelvoud aan duurzame energie, prijsstijgingen in de akkerbouw zouden veel arme agrariërs en raffinaderijwerknemers werkloos raken.
Het klimaatbeleid kan dus alleen worden doorgezet als er ook ook is voor de armste inwoners van de wereld, zo legt het PBL uit. Anders gaat winst op het terrein van klimaat onmiddellijk ten koste van voortgang op andere terreinen.
Want behalve armoede kan ook de biodiversiteit verder in verval raken, denkt het Planbureau verder. Grote waterkrachtcentrales zouden wel eens kunnen afrekenen met hele vissoorten. Zaak om het klimaatbeleid dus bijzonder doordacht door te voeren, besluit het PBL.