Na veel heisa en ellenlange Kamerdebatten over memo's en notities en leugenachtige voorwendselen, had de regering alsnog besloten om door te gaan met het afschaffen van de Dividendbelasting. Als het nog niet al erg genoeg was voor Rutte, blijkt het nu ook eens veel duurder uit te vallen allemaal. Honderden miljoenen, om precies te zijn. Bij het aantreden van het kabinet gingen de coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie er nog vanuit dat het schrappen van de dividendbelasting 1,4 miljard euro aan inkomsten zou schelen. In mei bleek echter al dat dit bedrag te laag was ingeschat, omdat de opbrengsten in 2017 200 miljoen hoger waren.
Aangejaagd door de economische groei en toegenomen winsten neemt het bedrag intussen alleen maar verder toe, stellen ingewijden. Voor de zomer werd de opbrengst in kabinetskringen over 2018 al op 1,9 miljard euro geschat, aldus een betrokkene: ,,Het kan zomaar zijn dat het meer dan 2 miljard wordt.”
Het kabinet wil de dividendbelasting per 1 januari 2020 schrappen. Het wetsvoorstel dat de afschaffing regelt, komt echter komende Prinsjesdag al naar de Tweede Kamer, als onderdeel van een omvangrijk Belastingplan. In dat wetsvoorstel staat ook hoe groot de inkomstenderving is.
De Tweede Kamer komt snel weer bijeen en dan is het te voorspellen dat er weer een stevig debat gevoerd gaat worden over dit onderwerp.
Mark Rutte gaat het dan alleen maar moeilijker krijgen, omdat hij een plan moet verdedigen dat niet alleen de samenleving meer geld gaat kosten, maar ook onnodig is voor de Nederlandse
economie om te groeien.
De economie gaat goed en de overheid int meer inkomsten met die Dividendbelasting. Er is dus geen reden om die belasting af te schaffen en het lijkt ook verre van nodig voor de economie. De vraag is dus met wat voor verhaal Mark Rutte nu gaat komen, want de keuze valt alleen te verdedigen als de belastingdruk op de burgers ook verlaagd wordt. Dan is het rechtvaardig en eerlijk.