In het programma Spuigasten van Den Haag FM stelt premier Mark Rutte (VVD) dat hij vindt dat Hart voor Den Haag als grootste partij in het college had moeten zitten. Volgens Rutte is de strafzaak geen reden om Hart voor Den Haag uit te sluiten van deelname, zoals D66, de PvdA en GroenLinks wilden.
“Terechte woorden van de premier. Hart voor Den Haag had als grootste partij ook in het stadsbestuur moeten zitten. Het is extra zuur dat de partij van Rutte, de VVD, maar ook het CDA, bij het kruisje getekend hebben en met de uitsluitingspartijen D66, PvdA en GroenLinks in zee zijn gegaan. Nu krijgt de stad beleid waar het niet voor heeft gekozen. O.a. ongebreidelde bevolkingsgroei en hogere lasten. Slecht voor het vertrouwen in de politiek,” aldus Hart voor Den Haag voorman Richard de Mos.
De Mos gaat ervan uit dat Hart voor Den Haag bij vrijspraak van hemzelf, oud-wethouder Guernaoui en oud-raadslid Davituliani alsnog in het stadsbestuur komt. “Als we over een aantal maanden vrijgesproken zijn, reken ik erop dat Hart voor Den Haag alsnog wordt toegelaten in het stadsbestuur, zodat bij de kiezer en zeker bij mijn achterban het vertrouwen in de politiek kan worden hersteld.”
Steun DDS op BackMe: alleen via uw maandelijks of eenmalige gift kunnen we de website draaiende houden en het mediakartel aanpakken. Deze steun is keihard nodig in deze zware economische tijden.
De premier stelde in het interview bij Spuigasten dat de landelijke politiek invloed uitgeoefend heeft op de vorming van het college. “Dat is schadelijk voor het vertrouwen in de lokale politiek. Mensen kiezen massaal voor Hart voor Den Haag, maar landelijke partijbonzen bedisselen wie op welke positie komt,” aldus De Mos, die ook wijst op de weigering van de premier om daar transparant over te zijn. “Nee, daar moet ik echt mijn mond over houden, was de quote van premier. Het zijn juist die achterkamertjes waar Nederland de buik vol van heeft”, aldus De Mos die via een WOO-verzoek zal proberen te achterhalen hoe de landelijke partijen zich hebben bemoeid met het totstandkomen van het Haagse stadsbestuur. “Ik ben ook benieuwd welke stappen de premier richting het Openbaar Ministerie heeft ondernomen om vaart te maken met het afronden van het onderzoek. Door de ‘zaak’ over de verkiezingen heen te tillen is het namelijk een politiek proces geworden. Partijen misbruiken het met succes om mij en mijn partij uit te sluiten.”