Eerste veroordeling voor seksuele straatintimidatie: dit is slechts een begin

Wat is er gebeurd? Begin augustus was A.Z. op stap in Rotterdam toen hij, volgens undercover boa’s, een jonge vrouw benaderde en haar bij de heupen greep. Een daad die snel bestraft werd, aangezien de handhavers direct ingrepen en proces-verbaal opmaakten. Wat betekent dit voor de toekomst? Wethouder Pascal Lansink Bastemeijer (VVD) benadrukt in het AD dat dit soort gedrag in Rotterdam niet langer ongestraft kan blijven. De boodschap is duidelijk: seksuele intimidatie wordt nu met harde hand aangepakt.

Maar laten we eens wat dieper graven. Terwijl veel media dit als een overwinning vieren, moeten we ons ook afvragen: is dit het begin van een nieuwe golf aan juridische vervolgingen of een losse flodder? Rotterdam is een van de proefgemeenten die speciaal getrainde boa’s inzet om dit soort gedrag aan te pakken, maar hoe lang zal het duren voordat andere steden volgen? En nog belangrijker: kunnen we daadwerkelijk verwachten dat seksuele intimidatie op straat verdwijnt door een boete hier en daar?

A.Z. zelf was totaal overrompeld door de aandacht rondom zijn zaak en noemde de beschuldigingen een leugen. Maar laten we eerlijk zijn: of hij nu schuldig is of niet, het is een teken aan de wand. De overheid bemoeit zich steeds verder met wat zich in het publieke domein afspeelt, en dat is niet per se iets waar iedereen op zit te wachten. Moeten we straks vrezen dat elk onschuldig gebaar of onhandige opmerking bestraft kan worden? Is dit het nieuwe normaal waar we naartoe gaan?

Ja, seksuele straatintimidatie is een probleem. Maar de vraag die hier gesteld moet worden is: hoe ver willen we gaan om elke vorm van ongewenst gedrag wettelijk te straffen? En hoe effectief zal dit blijken? Onder het mom van veiligheid zien we steeds meer regels en wetten die onze persoonlijke vrijheid aan banden leggen. Dit is een eerste stap, maar waar stopt het?

Voor nu is de boodschap duidelijk: als je je op straat misdraagt, kan dat je duur komen te staan. Maar of dit de samenleving veiliger of juist benauwder maakt, zal de toekomst moeten uitwijzen.