Column Paul Cliteur: Waarom we geen Ali H.’s moeten importeren

Geen categorie27 sep 2020, 15:00
Kenneth Steffers heeft natuurlijk volkomen gelijk met zijn stelling dat, Ali H., de verdachte van de steekpartij in Parijs een “onvervalste terrorist” is. En ook dat hij de redactie van Charlie Hebdo als doelwit had. De aanslag in 2015, waarbij de redactie van het Franse satirische tijdschrift werd uitgemoord, was eveneens een terroristische aanslag. Waarom? Er werd geweld gebruikt om een doel te bereiken dat niet met vreedzame politieke middelen kon worden bereikt. Vandaar dat de terroristen hun toevlucht namen tot geweld.
Maar toch is de kwalificatie “terroristisch” niet genoeg om enige vooruitgang te boeken bij het bestrijden van dit type van geweld. Het moet preciezer omdat alleen wanneer onze diagnose van het probleem adequaat is, we zicht krijgen op een kansrijke bestrijding daarvan.
En de Nederlandse ministers van Justitie, net als de Franse, de Duitse, of die van andere landen die door terroristen worden getroffen, hebben nooit de moed gehad om een passende diagnose te stellen. Minister Grapperhaus (2017-) heeft niet de moed gehad om een juiste diagnose te stellen. Minister Opstelten (2010-2017) had niet de moed om een juiste diagnose te stellen. Minister Hirsch Ballin had niet de moed om een juiste diagnose te stellen (2007-2010). Minister Donner (2002-2010) had niet de moed om een juiste diagnose te stellen. Minister Korthals niet (1998-2002). Minister Sorgdrager niet (1994-1998). En ook Minister Hirsch Ballin niet tijdens zijn eerste ministerschap van Justitie (1989-1994).
Als minister Hirsch Ballin in 1989, het jaar waarin de fatwa over Rushdie werd uitgesproken heel scherp was geweest, had hij het toen al herkend. Immers 1989 was het jaar van de internationale doorbraak van het jihadistisch theoterrorisme. Maar Hirsch Ballin zag niks, en hij is later ook niet ziende geworden.
Een tweede moment waarop een doorbraak mogelijk was geweest, was in 2004, met de eerste Nederlandse jihadistisch theoterroristische moord (op Van Gogh). Maar minister Donner zag niks en premier Balkenende ging praten over fatsoen en dat soort dingen.
Omdat dit patroon helaas in andere landen niet anders is, wordt het niks met de bestrijding van het theoterrorisme. Het is zo’n geweldig succes, dat terrorisme, dat het maar blijft toenemen en toenemen. En dat zal zo blijven zolang we ervoor kiezen om blind te blijven voor de oorzaken. Blind te blijven voor de culturele dimensie van dit terrorisme.
Hier komt mijn voorstel voor de bestrijding.
Nu mijn (beleidsrelevante) voorstel: mensen als Ali H. moeten uit Nederland worden geweerd. Ja, dus beperking van migratie. En nee, zelfs als hij zich zielig voordoet (asiel!) mag Ali H. niet komen, niet blijven, op geen enkele manier mag zijn verblijf hier worden gefaciliteerd. Bij elke aanslag die in Nederland plaatsvindt, heeft Minister Grapperhaus gefaald. Maar bij elke aanslagpleger die hier rondloopt, heeft minister Blok (Buitenlandse Zaken) gefaald.
Dit was mijn voorstel voor Buitenlandse Zaken, nu komt mijn voorstel voor het binnenland:
3. Erken dat we met de Ali H.’s, voor zover ze van eigen bodem komen (en die hebben we genoeg, denk aan Gökmen Tanis), een “integratieprobleem” hebben. Hier ligt een klus voor Minister Koolmees (van integratie). Probleem is alleen: zoals Minister Grapperhaus niet weet hoe hij een jihadistisch theoterrorist moet herkennen, weet Minister Koolmees niet dat hier een “integratieprobleem” ligt. Dit hele “menstype” staat niet op de radar van de Nederlandse overheid. Dit kabinet leeft in een “cultuurloze” wereld. Men ziet natuurlijk wel dat er mensen zijn die de wet overtreden, en dat vindt men ook wel “schandelijk”, maar men heeft geen weet van cultuurverschillen. Dat de cultuur in Pakistan een beetje anders is dan in Nederland weet men niet. Men denkt “gekken heb je overal”. En vervolgens slaapt men door met open grenzen en zonder integratieproblemen.
Oké, er was één nogal bekende politicus die, in afwijking van al zijn voorgangers, over dit punt een heldere diagnose had. Donald Trump nam in zijn National Security Strategy (2017) op: “Defeat Jihadist Terrorists”. Maar ja, dat was dan ook wel heel schofferend, polariserend, en niet-inclusief, niet? Dat kan toch niet helpen, zo het beestje bij de naam noemen?
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten