Column Sid Lukkassen: 'Baudets' boek stimuleert tot denken op het scherpst van de snede'

Geen categorie09 aug 2020, 16:00
Politiek van het gezond verstand – zo heet het nieuwste boek van Thierry Baudet (FvD). Het opent met een voorwoord van Theo Hiddema, eveneens FvD’er en ook wel ‘Hiddemeister’ genoemd. Laatstgenoemde nam zich voor om het boek kritisch te analyseren maar laat dat voornemen terstond vallen: “Baudet heeft gewoon gelijk!” Tot zover het voorwoord, gedrapeerd met verdienstelijke zinnen als:

“Het is mij vergund te opereren onder de regie van een door goede smaak en hoffelijkheid gedreven leidsman die zijn ambities put uit het verlangen naar een vitale democratie waarin de zelfbewuste kiezer ziet dat hij met zijn stem kan bijdragen aan een herrijzend Nederland.” (p.10)

“Baudets zelfbeeld als wereldburger, zijn filosofisch beschouwen van zowat de hele kosmos – een vergeeflijke ijdelheid – staat enggeestig denken op basis van zoiets futiels als een huidkleurtje frontaal in de weg.” (p.12)

Heeft Baudet inderdaad gelijk? De volgende meesterzin, aangetroffen op p.17, wijst daar wel op:

“Tegelijk met de verzwakking van onze sociale samenhang, zag ik vanuit de onmetelijke torenflats in Brussel een bureaucratisch despotisme over ons neerdalen. Ik zag hoe lobby’s van grote bedrijven continentale regelgeving afdwongen en de democratie verdrongen, het MKB buiten spel zetten en de bevolking tot passief consumptisme dwongen. Ik zag een wereld van harde zielen en gesloten harten.”

Toch biedt dezelfde pagina ook ruimte voor kritiek. Omdat de vormentaal van onze traditionele Europese architectuur en kunsten vergeten dreigt te worden, stelt Baudet, zouden de verhalen en religieuze vertellingen niet meer worden begrepen. Hier stuiten wij op weerwerk van de Duitse filosoof Karl Löwith, die in Meaning in History (1949) uitlegt dat Karl Marx precies op dit punt bakzeil haalde.
Toen uw auteur filosofie van de geschiedenis doceerde op de Radboud Universiteit Nijmegen, is er hierover nog een tentamenvraag gesteld. Als het menselijk bewustzijn wordt gedreven door economie, door productiefactoren en de (grauwe) omgeving die daarbij hoort, dan zouden mensen in het industriële tijdperk niet meer geraakt kunnen worden door middeleeuwse poëzie of heldenverhalen uit de Oudheid. Maar hoe decadent de architectuur ook wordt, de antieke cultuur blijft spreken tot iets universeels.
Hierbij omschrijft Baudet een wereld “waarin identiteitspolitiek en rancuneuze zelfmanifestatie de ironie en zelfspot steeds moeizamer maken”.
Maar typisch aan ons tijdperk is dat juist bijna alles ironie is! Nietzsche zei ooit: de komedie is het begin van de decadentie, want spoedig kun je je cultuur alleen nog ironisch bezien. Dit citaat uit één van mijn clownredes spreekt voor zichzelf:

“De essentie van de Westerse cultuur vandaag: alles aan het Westen dat niet-clownesk is, wordt gepresenteerd als tóch clownesk – alles wat niet clownesk wil zijn wordt neergezet als ‘nazi’. We zien het ook aan deze uitvoering van ‘Papageno’ uit Die Zauberflöte van Mozart en Schikaneder. Het werk moet worden uitgevoerd in malle pakjes, ironiserend en ridicuul. Want een masculiene energie die zich onapologetisch en ongefilterd openbaart, past uiteraard niet binnen een postmoderne cultuur die enkel via spot en scherts de eigen bronnen kan verstaan. Ooit liet Thierry Baudet aanwezigen op een bijeenkomst luisteren naar klassieke muziek: videobeelden toonden hoe dit voor de bezoekers moeilijk te verdragen was – de onderliggende insteek was namelijk niet ironisch.”

Ziezo, ondergetekende is al kritischer geweest dan Theo Hiddema. Het is slechts het begin want nu moet er nog een pijnpunt worden aangeboord:

“Door de open grenzen, de harmonisatieregels en het rampzalige euro-experiment worden we onherroepelijk in een politieke unie gedrongen.” (p.29)

Op dit moment wijst alles erop dat David Engels gelijk krijgt: een imperiale EU zal er komen zolang een harde revolutie vanuit de maatschappelijke haarvaten uitblijft. Dit roept de vraag op naar het eindspel van Baudet. Hij kan grofweg twee kanten op met de beweging die zich rond hem heeft gevormd. De eerste daarvan is de revolutie, de mars naar Den Haag, om Nederland uit de EU te trekken voordat het definitief te laat is en de EU alle autonome competenties – waaronder een eigen begroting en defensiemacht – verworven heeft. De sleutels van Ruttes' torentje liggen al bij Ursula von der Leyen op het bureau.
De tweede optie is een counter culture worden, een staat binnen de staat, een Zuil die zich zo lang mogelijk blijft verzetten tegen alle opgedrongen vervreemding van de eigen leefwijze en cultuur.
In het licht van dit dilemma heeft ondergetekende eerder uiteengezet – na het herlezen van Aanval op de Natiestaat (2012) – dat het concept ‘natiestaat’ sowieso een gepasseerd station is. Anno 2020 betreden wij het tijdperk van de Tweede Verzuiling: hier wordt er niet meer gedacht in termen van democratische meerderheden, maar in termen van demografische enclaves en ideologische clans. Verschillende regels, wetjes en autoriteiten regeren over elkaar heen, het is in feite de handhaver die bepaalt welke wet écht geldt, en als jouw groep groot en vooral sterk genoeg is dan kun je jezelf grotendeels onttrekken aan het formeel gezag. Deze maatschappelijke toestand maakt Ibn Khaldûn (1332 – 1406) anno 2020 bijzonder actueel: groepssolidariteit is een allesbepalende kracht.
Geheel rechtvaardig voelt het ook niet om deze binaire keuze – revolutie om het geheel te behouden of desintegratie aanvaarden en inzetten op (behoud van) een eigen deel – voor de voeten te werpen van Baudet. Hetzelfde geldt immers voor Wilders (PVV): die weet al zijn halve leven dat de machthebbers hem zullen blijven uitsluiten. Verder dan oppositievoeren zonder wenkend toekomstperspectief komt hij evenmin. Voor de SP geldt grofweg hetzelfde.
Een doorsnee mainstream media kijkende burger zou nu tegenwerpen dat wat er vandaag gebeurt nu eenmaal berust op de democratische wil van de meerderheid en dat een volksvertegenwoordiger zich hierbij moet neerleggen. Dit verhaal is echter onjuist omdat partijen als CDA en VVD steeds publiekelijk zeggen dat zij géén eurofederale machtsgreep willen, maar beleidsmatig rommelen ze zich er stap voor stap tóch in. Hier zijn het de media die niet kritisch doorvragen en het volk in een waan houden – dikwijls ontvangen zij subsidies van de EU. Baudet benadrukt terecht dat de meerderheid geen massa-immigratie en geen EU-superstaat wil.
De politiek-maatschappelijke situatie zal enkel verder verharden, polariseren en vervolgens escaleren – zéker met een stevige economische crisis in het vooruitzicht. Neem nu de recente casus Sander Schimmelpenninck. Hij deelt stevig uit, maakt vijanden over de jaren, en wordt nu teruggepakt op een onhandige uitspraak. Schimmelpenninck trekt de kritiek op zijn uitspraak in een politiek frame, “het gaat om een rechtse afrekening” en dit lijkt aardig te werken. Het linker NPO blok steunt Schimmelpenninck zelfs al zouden linksen normaliter de eersten zijn om zijn uitspraak te veroordelen.
Deze maatschappelijke evolutie zal (partijen als) FvD voor het blok zetten. Wil je écht iets veranderen, dan is de kans groot dat je daarvoor in de toekomst buiten wettelijke kaders zult moeten treden. Het net van de EU sluit zich immers. Of schik je jezelf in je democratische rol zelfs al betekent dit dat je mogelijk in een cordon sanitaire belandt? In het eerste geval zul je worden weggezet als revolutionaire tiran, in het tweede als een gecontroleerde oppositie beroepspoliticus die er alleen zit voor zijn baantje. Als niet-ledenpartij kan Wilders mensen die op het scherpst van de snede denken en hierdoor tot dit soort vragen komen, gewoon weg-bonjouren; in FvD zal dit niet zomaar kunnen.
Enfin, dit waren mijn gedachten bij alleen al de eerste 30 pagina’s – stay tuned.
De nieuwsbrief van dr. Sid kunt u hier volgen. Lees ook over de crowdfunding campagne van Stichting De Nieuwe Zuil, om te komen tot een Engelstalige synthese van zijn oeuvre.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten