In NIW 34 -- het Nieuw Israëlietisch Weekblad -- stond een column van Bart Schut waarin Thierry Baudet feitelijk van antisemitisme beschuldigd wordt. De Forum voor Democratie-leider slaat nu terug met een heerlijk artikel op de website van NIW. Schut schreef in het verleden onder meer voor Jalta, maar brak met Joshua Livestro toen die ongeveer net zo knetterlinks werd als George Soros. Tegenwoordig is Schut vooral actief voor NIW en op Twitter. Soms doet hij goed werk (linkse en andersoortige Israël-haters aanpakken), soms doet hij ronduit slecht werk (iedereen die het niet automatisch met hem eens is op elk punt een vuile antisemiet noemen). De column waaraan ik refereer valt duidelijk in de tweede groep. Hij zette Thierry Baudet namelijk weg als een jodenhater... omdat hij op een te respectabele manier omgaat met volgens Schut controversiële personen.
Zo zou hij zijn boek ooit hebben "aangeboden" aan Jean-Marie Le Pen, zou hij "alt-right" figuren als Jared Taylor en Jordan Peterson "bewonderen," en zou hij zich geschaard hebben achter de standpunten van Stefan Molyneux. Volgens Schut zijn al die mannen antisemieten... of worden ze bewonderd door antisemieten wat hen automatisch ook verdacht maakt.
Derhalve komt Schut tot de conclusie dat Baudet ook heel eng is. Als niet zelf een jodenhater, dan tenminste iemand die jodenhaters tolereert en zelfs promoot.
Nou, in zijn
gastcolumn in het NIW veegt Baudet op werkelijk schitterende wijze de vloer aan met het flauwekulverhaal van Schut. "De structuur van het stukje van Schut is klassiek," legt Baudet uit. "Zo ging het bijvoorbeeld ook bij de beruchte antisemitische propaganda waar hij zelf zo’n tegenstander van zegt te zijn. Eerst bouw je circumstantial evidence op. De ene na de andere hele of halve onwaarheid debiteer je – maar in zo’n hoog tempo dat de lezer nalaat de aantijgingen te checken en vooral achterblijft met een gevoel van ‘waar rook is, is vuur’. Daarna geef je met een gefabriceerd slotverwijt een soort nekslag – hopende dat de lezer voldoende negatief gevoel heeft ontwikkeld om die fabricatie voor lief te nemen en mee te gaan in de demonisering."
Ja, hij heeft Le Pen ooit een boek gegeven nadat hij hem geïnterviewd had. Dat interview zou gepubliceerd worden in Elsevier, "maar de Parijse correspondent hield dat tegen omdat hijzelf zo’n interview wilde maken en ons betichtte van broodroof. Nu, dat overhandigen van je boek als bedankje voor een interview kun je natuurlijk ‘aanbieden’ noemen. Ik had destijds de gewoonte zo’n beetje iedereen die ik sprak een boek te geven. Maar dat is iets totaal anders dan het ‘aanbieden van je boek’ in overdrachtelijke zin – wat immers betekent dat je op een speciaal event iemand in het zonnetje zet, de ontvanger roemt als inspirator, enzovoorts. Van dat laatste is uiteraard nooit sprake geweest."
Wat Peterson en Taylor betreft: Baudet heeft nooit ook maar een beetje gezegd "bewondering" te hebben voor die mannen. "Over welke bewondering gaat het hier?" vraagt hij terecht. "Niemand weet het. En wat hebben de op Japan georiënteerde Yale-alumnus Taylor en de door Solzjenitsyn geïnspireerde Peterson met elkaar gemeen? Zou Schut het zelf weten, zou hij zich ooit in deze mensen hebben verdiept? Of zou hij alleen wat obligate aantijgingen uit De Correspondent of Vrij Nederland hebben overgepend – zonder ook maar het minste journalistieke onderzoek? In elk geval heb ik voor beide heren geen bewondering en geloof ik dat zij, voor zover ik hun werk ken, vrijwel niets gemeenschappelijk hebben. Maar dat maakt voor Schut allemaal niet uit. In de column is de sfeer geschetst, het gevoel opgewekt."
En dan is er Schuts kritiek omdat Baudet zich hoegenaamd schaart" achter "de" standpunten van de Canadese filosoof en internet-ondernemer Stefan Molyneux. "Aha," schrijft Baudet. "'De' standpunten. Wat dan volgt is geen exegese van die ‘standpunten’ (want die kent Schut helemaal niet: hij heeft geen idee waar Molyneux mee bezig is, welke boeken hij publiceerde, etc.) maar slechts gezwaai met een of ander citaat, volledig out-of-context en zonder bronvermelding – een citaat dat ik zelf in elk geval nooit eerder heb gezien en dat me bevreemdend voorkomt."
Baudet concludeert vervolgens dat "ik ben het oneens met uw standpunten, maar zal uw recht verdedigen die standpunten te uiten?" een bijzonder belangrijk motto is. "Vrijheid van meningsuiting is absoluut – of non-existent. Je kunt niet zeggen: voor dat standpunt is er wél vrijheid, voor dat andere niet. Je moet het principe verdedigen; of accepteren dat de machthebbers van het moment een gedachtepolitie ontwikkelen. En dat laatste is niet alleen wat nu gebeurt: het wordt door nuttige idioten als Schut kracht bijgezet, vergemakkelijkt: vergoelijkt. Buitengewoon triest."
Zo is het. En het ergste van dit alles? Types als Schut hebben dat niet eens door.
Nou ja, dat óf het interesseert ze geen biet. Dat kan ook nog.