Dit jaar begon vreselijk voor China toen een virus dat de luchtwegen aantast zich vanuit Wuhan verspreidde. De reactie van de Chinese Communistische Partij was om het te verdoezelen en virologen die er melding van maakten om te leggen. China stelde een strenge quarantaine in en komt als eerste uit de crisis. Het aantal doden wordt inmiddels overtroffen door de VS, VK, Frankrijk, Spanje en Italië. We zijn nu twee maanden verder en er is in economisch opzicht een duidelijke winnaar: China.
China’s enorme economische opgang heeft vele Westerse waarnemers verbaasd. China heeft nu de grootste economie in koopkracht, de grootste middenklasse, de grootste vreemde valuta reserves, de grootse vastgoedcategorie en de meeste wereldtoeristen. Het land is de wereldleider in hernieuwbare energie, zowel qua investeringen als qua capaciteit. Het land voert een beleid om een wetenschappelijke, technologische en industriële revolutie tot stand te brengen en de contouren daarvan zijn duidelijk zichtbaar. De ontwikkeling van de informatietechnologie is verbluffend. Het wordt ingezet voor het bij de les houden met het minder ontwikkelde achterland en vooral ook voor ‘Big Brother is watching you’.
China begreep dat noch het communistische Sovjet model, noch het Westerse systeem van liberale democratie het land een ‘kickstart’ zou bezorgen om zich te ontwikkelen. China heeft een andere benadering van mensenrechten. Waar in het Westen de focus ligt op Universele Rechten van de Mens, rechten en plichten, en normen en waarden, staat in China verbetering van woon- en leefomstandigheden voorop. Via een ‘trial and error’-methode zijn economische zones ingesteld waarbinnen nieuwe ideeën zoals in de high tech, landhervormingen en op export geörienteerde economie worden getest. China tracht de kracht van de ‘onzichtbare hand’ van de markt te combineren met de zichtbare hand van staatsinterventie om de markt waar nodig in te perken en waar te corrigeren, zie de vele staatsbedrijven. Dit wordt de socialistische markteconomie genoemd.
Wat stelt het Westen hiertegenover? Waar in China optimisme heerst, is het Westen vooral in mineur. Waar in China alle neuzen – deels gedwongen - dezelfde kant op wijzen, wijzen ze in het Westen steeds meer een andere kant op. De verdeeldheid neemt hier toe. Waar in China immigranten en vluchtelingen geen kans krijgen, stelt het Westen daar het ‘multiculturele drama’ tegenover. Het Westen denkt te beschikken over de winnende combinatie van een grote dynamische en geïntegreerde markteconomie, robuuste publieke instituties, zoals een betrouwbare overheid en centrale bank en een effectief juridisch raamwerk. China kan daartegenover geen instituties stellen die onafhankelijk zijn van de overheid en politiek. Maar men kan wel veel sneller schakelen en zaken tot stand te brengen.
China zegt over de grootse natiestaat te beschikken. Europa stelt daartegenover overdracht van de soevereiniteit van de natiestaat aan een voortmodderend EU. Waar in het Westen de democratie minder goed functioneert, ligt in China de macht bij de Communistische Partij - dat laatste leidend tot willekeur. Waar China gedreven wordt door een sterk gevoel van richting, overheerst in het Westen een gevoel van richtingloosheid. China is een meritocratie pur sang. In het Westen bepalen ook identiteit, huidskleur en geslacht, als ‘afspiegeling van de maatschappij’ hoe vacatures ingevuld worden. We leven in een identiteitscratie.
Waar China keihard optreedt tegen corruptie en misdaad, zien we in het Westen de misdaad weliswaar afnemen, maar liquidaties toenemen. Nederland wordt een narcostaat genoemd, met een graaiende en hier en daar corrupte elite. Waar in China privacy geen rol speelt, komt in het Westen privacy vóór veiligheid, hoewel hier de panelen noodgedwongen aan het schuiven zijn, met steeds meer camera’s, zelfs in voetbalstadions. In Nederland staat de rechtsstaat op de tocht, zoals rechtsfilosoof prof. Paul Cliteur, verbonden aan de Universiteit van Leiden, stelt. China stelt dat haar autocratisch gestuurde markteconomie superieur aan het Westen. Het zou zich ten voorbeeld strekken aan de de wereld. Het Westen meent dat in China nog altijd Confucius heerst: koud, hiërarchisch, geen empathie. Een mensenleven betekent niks, het draait om de bevolking als geheel.
In China is geen vrijheid van meningsuiting, en zijn intellectuelen er kansloos. Tijdens de zoektocht naar een beter leven voor burgers heeft China haar eigen kinderen vermoord heeft (alleen onder Mao al 70 millioen) en dat nog steeds doet, zie bijvoorbeeld Lin Pia. Voor China is de doelstelling van het leven niet het nastreven van individueel geluk. De gedachte om geluk na te streven is in de VS neergeslagen in the Declaration of Independence, een vloek voor communisme, fascisme en islamisme. Het nastreven van geluk betekent dat de wensen en de wil van het individu van belang zijn. We moeten ons dus niet blindstaren op het economisch succes van het Chinese model. Het is niet toepasbaar op het Westen.
De Chinese samenleving is volstrekt anders. Willen we de Chinese uitdaging aangaan, en zo ja, hoe doen we dit zonder de eigenheid van ons systeem prijs te geven? Hoe werken we pessimisme de deur uit? Hoe krijgen we de verdeeldheid weer terug in de tube? Hoe houden we de rechtsstaat overeind? Hoe kunnen we individueel menselijk geluk verbeteren? Het Westen dient zich deze vragen te stellen en te beantwoorden. Daarbij dienen we ons er rekenschap van te geven dat China een bikkelhard land is, totalitair. China kent geen enkele empathie.
China is uit op modiale economische overheersing. Het voert een beleid van rassendiscriminatie, zie wat ze met Tibetanen en Oeigoeren doen. Het is het land van de leugens en totalitaire onderdrukking van de eigen bevolking via ondermeer ICT. Het is een ongemakkelijke waarheid, dat we onder ogen moeten zien. Plus het ideologische offensief communisme sinds de jaren zestig overslaand op westers links, cultuurmarxisme: iedereen die niet denkt zoals zij is een populist, fascist, racist... Hoe zou men het nog kunnen oplossen binnen de liberale rechtsorde?! Dat idee alleen al doet huiveren.
Frits Bosch, auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”.