De Tweede Kamer heeft gisteren een motie van Harm Beertema (PVV) verworpen waarin werd gevraagd om het Nederlands als onderwijstaal te herstellen op universiteiten in alle bacheloropleidingen. Het verzoek kwam voort uit de bezorgdheid over de massale instroom van internationale studenten en de druk die zij leggen op de sociale voorzieningen, woonvoorzieningen en het onderwijs. Universiteiten hadden al eerder de noodklok geluid over deze kwestie. Het percentage buitenlandse studenten op sommige opleidingen was inmiddels opgelopen tot 94% en 93%. Hoewel buitenlandse studenten nog steeds welkom zijn, werd in de motie gesteld dat door de Nederlandse belastingbetaler gesubsidieerde onderwijsinstellingen in eerste aanleg de plicht hebben om Nederlandse studenten te bedienen.
Ralf Dekker van
FVD vroeg
hier vorige week ook aandacht voor. Dat in het universitair onderwijs de Nederlandse
taal een waarde en doel op zichzelf vertegenwoordigt, dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat dus als een belangrijk uitgangspunt voor hun beleid zou moeten hanteren. FVD wil dus dat de voertaal aan de
universiteit Nederlands blijft. Nederlands als onderwijstaal aan de universiteiten in Nederland is belangrijk omdat het bijdraagt aan de toegankelijkheid en kwaliteit van het onderwijs voor Nederlandse studenten. Niet iedere Nederlandse student beheerst het
Engels voldoende om uit de voeten te kunnen aan de universiteit. Hierdoor gaat er mogelijk aan talent wat verloren en dat is zonde.
Het verwerpen van deze motie wordt door sommigen als een teken gezien van het negeren van de belangen van Nederlandse studenten. Het verwerpen van deze motie getuigt weer van een ''weg met ons'' mentaliteit. De Tweede Kamer zet het Nederlands hiermee bij universitaire bacheloropleidingen bij het oud vuil. We kunnen dus stellen dat Nederlandhaat zegeviert in ons parlement.