Met de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen op 22 november 2023
in het vooruitzicht, kunnen er volgens Maurice de Hond lessen worden getrokken uit de zeven
verkiezingen die sinds 2002 hebben plaatsgevonden. Opvallende patronen in de
uitslagen bieden inzicht in mogelijke ontwikkelingen bij de komende
stembusgang. Uit de historie blijkt dat slechts één keer een zittende premier
niet meedeed (in 2002). Dit resulteerde in een verlies van 40% van de zetels
voor de regeringspartijen. In dezelfde lijn verloor slechts één keer een
zittende premier (Balkenende in 2010). De grootste nederlaag was die van de
PvdA in 2017, waarbij de partij slechts 9 zetels overhield van de 38 in 2012. De
grootste winst werd behaald door de LPF in 2002, de partij van Pim Fortuyn, die
van 0 naar 26 zetels steeg.
Momenteel, enkele maanden voor de verkiezingen wijzen de
peilingen op forse zetelverliezen voor de vier regeringspartijen, met D66 als
grootste verliezer. BBB is de grootste stijger met 20 of meer zetels. De
combinatie PvdA/GroenLinks staat op circa 10 zetels winst. De aankomende
verkiezingen beloven een andere dynamiek dan gebruikelijk, zonder een zittende
premier. Nieuwe lijsttrekkers, de combinatie PvdA/GroenLinks en mogelijk nieuwe
partijen kunnen zorgen voor grote verschuivingen. Onzekerheden omvatten een
mogelijke tweestrijd of driestrijd tussen verschillende partijen, de invloed
van de lijsttrekkers tijdens de campagne, het aantrekken van "linkse"
kiezers door PvdA/GroenLinks, de impact van de premierskeuze en de rol van
ingrijpende gebeurtenissen voorafgaand aan de verkiezingen.
Over vier maanden zullen we de antwoorden op deze vragen kennen,
maar tot die tijd zullen we steeds meer aanwijzingen krijgen over de mogelijke
richting van de verkiezingen. De aanstaande periode belooft spannend en
onvoorspelbaar te worden.
Help DDS deze moeilijke tijden door te komen. Help ons een vuist te maken tegen de mainstream media én tegen het partijkartel. Strijd zij aan zij met ons. Doneer op BackMe en strijd zij-aan-zij met DDS tegen de globalistische elites.