Van Haga pleit hartstochtelijk voor ondernemers in nood door emissiebeperkingen

De stem van de vishandelaren dreunt na in de Kamer, terwijl het verbod op hun levensader – de dieselbusjes – hen de das om lijkt te doen. "Een motie ligt klaar, een reddingsboei voor de ondernemers die zonder emissievrij vervoer niet kunnen," benadrukt Van Haga. Hij schildert het beeld van een regering die droomt van schone luchtkastelen, terwijl het de ondernemers zijn die wakker liggen van de financiële nachtmerrie.

Van Haga, in zijn element, vuurt vragen af op de minister van Economische Zaken. "Bent u zich bewust van de noodkreet van de vissector?" vraagt hij. "Kunt u slapen wetende dat de hardwerkende ondernemers het kind van de rekening zijn?" De BVNL-motie, die een ontsnappingsroute biedt voor zij die niet kunnen vergroenen, wordt genegeerd, zo lijkt het.

De BVNL roept op tot onmiddellijke actie. Geen uitstel, geen vergaderingen achter gesloten deuren, maar daden. "Het water staat aan de lippen van de vishandelaren; het is tijd om te handelen," eist Van Haga. "Laat de motie niet slechts inkt op papier zijn, maar een levenslijn voor de ondernemers."

De vraag is niet óf, maar wanneer het demissionaire kabinet de motie zal uitvoeren. De klok tikt, de marktpleinen hunkeren naar de verse vis, en BVNL staat pal voor de ondernemer. Het is een strijd tussen realisme en idealisme, tussen overleven en ondergaan. BVNL heeft gekozen. Nu is de beurt aan het kabinet.