De gemeente Utrecht heeft keihard zitten onderhandelen met het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA). In plaats van grootschalige opvanglocaties regelt de gemeente een klein asielzoekerscentrum in de stad, met woonruimte voor jongeren én geld om cursussen voor asielzoekers en omwonenden te verzorgen. Het
asieldrama dendert voort en alle gemeentes zijn bang om hun eigen Ter Apel te krijgen. Maar of je nou voor- of tegenstander bent van de komst van asielzoekers: ze zijn er en we moeten er wat mee.
De gemeente Utrecht maakt het beste van de situatie en heeft het onderste uit de kan weten te halen, blijkt uit dit bericht van de
NOS. Als die asielzoekers daar komen, dan moeten ze ook integreren. Dat kan alleen als de opvang kleinschalig is en die mensen ook wat te doen hebben, zoals een cursus Engels of ondernemerschap. Het
COA stond daar eerder niet voor open, want die willen natuurlijk het liefst zoveel mogelijk mensen onderbrengen bij zo min mogelijk (en dus grote) locaties. 'Graag of niet', zei de gemeente Utrecht. En het COA schikt in, want ze hebben alle opvang nodig die ze wordt geboden.
Nou is het natuurlijk nog steeds zwaar beroerd dat de asielinstroom onverminderd hoog blijft en het kabinet inmiddels loopt te dreigen met
verplichte huisvesting voor asielzoekers. Maar als het op deze manier wordt aangepakt dan heeft iedereen er waarschijnlijk het minste last van. Dát is de bitterzoete overwinning die de gemeente Utrecht voor zichzelf heeft geboekt.
"Zeg tegen het COA hoe je het wil hebben. Het is onze stad, dus het moet op onze manier. We overvragen ze financieel niet in Utrecht en we willen het COA overal bij helpen, maar onze voorwaarden zijn niet onderhandelbaar."
— Utrechtse wethouder Streefland (CU, Asiel)Met een beetje geluk trekken andere gemeenten lering uit deze manier van onderhandelen. Gemeenten zullen nog steeds niet staan te trappelen om opvanglocaties voor asielzoekers (niet-Oekraïners) te regelen. Maar als het moment nadert waarop ze mogelijk worden gedwongen, dan kunnen ze dat beter op deze manier voor zijn, door net als Utrecht keihard te onderhandelen.