De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan wat het kabinet Rutte III heeft gedaan met één miljard euro om de woningbouw te stimuleren. De uitkomst is schokkend te noemen. Het heeft waarschijnlijk niet één huis extra opgeleverd.
Alles wat Kajsa Ollongren als minister in Rutte III aanraakte ging fout. Dat belooft dus weinig goeds voor defensie. De Rekenkamer heeft onderzocht wat er met één miljard euro is gebeurd om de woningbouw een impuls te geven. Gemeenten konden aanspraak maken op dit geld. Zij moesten daar meer, sneller en betaalbaarder bouwen mogelijk maken. Het ministerie van Binnenlandse zaken beweert dat dit 140.000 woningen heeft opgeleverd. De Rekenkamer heeft onderzocht of dit echt waar is. Het oordeel luidt dat het ministerie dit niet hard kan maken. De Rekenkamer vond ’onvoldoende onderliggende betrouwbare informatie’ voor die bewering. Dit is weer een bijzondere gang van zaken op het ministerie van brokkenpiloot Ollongren.
Hier blijft het niet bij. Het is ’onduidelijk’ en zelfs ’niet heel waarschijnlijk’ dat er dankzij de Woningbouwimpuls meer gebouwd wordt. Rekenkamer-collegelid Ewout Irrgang wijst erop in de Telegraaf dat de helft van bijdragen uit de woningbouw-pot vrij laag is, tussen de 1775 en 5258 euro per woning. „Zulke bedragen hebben het risico van een cadeau-effect: mooi meegenomen voor de gemeente, maar verder geen aantoonbaar effect.” Het is schokkend om te lezen dat uitgegeven belastinggeld gewoon in een bodemloze put is gegooid en blijkbaar nergens aan toe heeft bijgedragen.
Volgens Irrgang mist de Rekenkamer ook visie waarom 1 miljard euro extra moest worden uitgegeven aan een woningbouwimpuls in het nieuwe kabinet. ”Dat het nieuwe kabinet weer een miljard uittrekt voor de Woningbouwimpuls, vindt Irrgang dan ook geen goed idee: „We zouden niet snel zeggen, op basis van wat we hier aantreffen, dat er meer publiek geld aan besteed wordt.” Het is natuurlijk niet gek dat der visie ontbreekt. Wat kun je anders verwachten van een kabinet van een premier die zegt als je visie zoekt dat je daarvoor bij de opticien moet wezen.