Nederland is een democratische rechtsstaat in verval. Dat is een proces dat zich al decennia lang manifesteert.
Als in 2002 je toekomstige premier wordt vermoord en het kost moeite dit als een “aanval op de democratie” te zien, dan ben je in verval.
Als in 2004 een filmmaker door een jihadist wordt vermoord en je krijgt een discussie over de vraag of de filmmaker zich wel voldoende netjes over een wereldgodsdienst heeft uitgelaten, dan ben je in verval.
Maar als een parlementaire journalist aan een Kamerlid voorliegt dat zij in Van Dale heeft gekeken en daar heeft gelezen dat “liquideren” ook “wegsturen” kan betekenen, dan ben je ook in verval.
De omvang van de democratische decadentie bleek overigens pas echt toen we de reacties lazen op het voorval. Als de Nederlandse Journalisten Vereniging onmiddellijk na de leugen van Merel Ek een verklaring had doen uitgaan dat helaas één van hun journalisten had gelogen dan was de schade beperkt gebleven. Dan hadden we een geval Halbe Zijlstra gehad.
Maar wat we zien, is dat de gehele journalistiek over alles wil praten, maar niet over de leugen van Ek. Dat is verval. En wat we ook zien, is dat de minister-president zich onmiddellijk opstelt achter de liegende journalist, net als leden van zijn kabinet en de Kamervoorzitter. Ook in de commentaren en de verslaglegging in de mainstream pers, in de praatprogramma’s: het gaat niet over de liegende parlementaire journalist, maar over de wijze waarop Kamerlid Van Meijeren de leugen heeft onthuld. Ook dat is verval.
« Mon Dieu ayez pitié de mon âme, mon Dieu, ayez pitié de ce pauvre peuple! »
Paul Cliteur is de schrijver van Tegen de decadentie: de democratische rechtsstaat in verval (2004): https://ap.lc/Ocm0V