Paul Cliteur | Nabot: 'ik heb het gevoel dat dit verhaal weer opnieuw tot leven komt in de tijd waarin wij leven'

Opinie07 dec 2021, 15:30
Ik ben op dit moment een boek aan het lezen van mijn favoriete kardinaal, Robert Sarah, een boek dat hij heeft geschreven samen met mijn favoriete ex-paus, Benedictus XVI. Het boek heet Des profondeurs de nos coeurs (2020). Ik stuit in dat boek weer op het bekende verhaal van Nabot. En op de een of andere manier heb ik het gevoel dat dit verhaal weer opnieuw tot leven komt in de tijd waarin wij leven.
Hoe weet ik niet precies. Toch geef ik het graag door. Hieronder dus.
1 Koningen 21:1-16
“Nabot, een man uit Jizreël, bezat een wijngaard aan de buitenkant van de stad, vlakbij Achabs buitenpaleis. Op een dag vroeg de koning hem of hij de wijngaard niet wilde verkopen. ‘Ik zou er graag een moestuin van willen maken,’ legde de koning uit, ‘omdat hij zo dicht naast het paleis ligt.’ Hij bood aan met contant geld te betalen of, als Nabot dat liever had, hem een beter stuk grond in ruil te geven. Maar Nabot antwoordde: ‘De HERE verhoede dat ik dit stuk grond dat ik van mijn vader geërfd heb, verkoop. Het is al tijdenlang in het bezit van mijn familie.’ Achab ging kwaad en teleurgesteld terug naar zijn paleis. Hij weigerde iets te eten en ging op bed liggen met zijn gezicht naar de muur. ‘Wat is er toch aan de hand?’ vroeg zijn vrouw Izebel hem. ‘Waarom eet je niet? Hoe kom je zo nukkig en boos?’ ‘Ik heb Nabot gevraagd of hij mij zijn wijngaard wil verkopen of wil ruilen voor een ander stuk grond, maar hij weigert,’ vertelde Achab. ‘Ben jij nu de koning van Israël of hoe zit dat?’ wilde Izebel van hem weten. ‘Sta op, eet wat en maak je geen zorgen meer. Ik zal zorgen dat je Nabots wijngaard krijgt.’ Zij schreef enkele brieven namens Achab, sloot ze met zijn zegel en stuurde ze naar de stadsbestuurders van Jizreël, waar Nabot woonde. In de brief beval zij: ‘Roep de burgers bijeen om te vasten en te bidden. Haal Nabot naar voren en zorg dat twee nietsnutten tegen hem getuigen en hem beschuldigen van het vervloeken van God en de koning. Breng hem daarna buiten de stad en stenig hem, zodat hij sterft.’ De stadsbestuurders en de aanzienlijkste mannen in Nabots woonplaats deden wat Izebel in haar brieven van hen had gevraagd. Zij belegden een samenkomst en sleurden Nabot voor de rechtbank. Twee gewetenloze mannen beschuldigden hem ervan God en de koning te hebben vervloekt. Daarop werd hij buiten de stad gebracht en met stenen doodgegooid. De stadsbestuurders stuurden Izebel daarna de boodschap dat Nabot dood was. Toen Izebel het nieuws had vernomen, zei zij tegen Achab: ‘Herinner jij je die wijngaard nog die Nabot niet wilde verkopen? Wel, je kunt hem op dit moment krijgen. Nabot is dood.’ Achab ging naar de wijngaard om die in bezit te nemen.”
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten