-Paul Cliteur- 'De Nederlandse gedoogcultuur staat aan de wieg van het internationaal jihadistisch terrorisme'

Opinie03 nov 2022, 19:00
Gisteren, op 2 november 2022, herdachten we dat 18 jaar geleden Van Gogh werd vermoord. En net als met de moord op Pim Fortuyn krijgen die moorden elk jaar meer betekenis. Onlangs zagen we hoe de huidige minister van justitie in haar Schoo-lezing verwees naar die twee gebeurtenissen als bepalend voor haar wereldbeeld. Terecht. Over die moord op Van Gogh wil ik nog wat kwijt. Die moord is namelijk van grote betekenis geworden in relatie tot het jihadistisch terrorisme. De moord op Van Gogh opende een reeks van terroristische aanslagen in Europa en elders die tot op de dag van vandaag voortduurt. Denk aan de moord op Samuel Paty in 2020. Dat laatste als reactie op het tonen van een Franse cartoon uit Charlie Hebdo in een les over maatschappijleer.
Die opkomst en bloei van het jihadistisch terrorisme heeft veel te maken met het gedogen daarvan. En in dat gedogen zijn wij, Nederlanders, de onbetwiste koplopers in de wereld. Waarom? Hoe hebben we die reputatie verworven? Als volgt.
Van Gogh werd dus vermoord. Omdat hij samen met Hirsi Ali de strijd aanbond met een radicale ideologie: die van het jihadistisch terrorisme. Ging hij daarbij ruw te werk? Zeker. Kunt u uitleggen hoe het allemaal vriendelijker, liever, zachter had gekund? Ongetwijfeld. Is dat relevant? Nee, want u verandert nooit iets in deze wereld. Van Gogh wel. Althans hij deed een poging.
Toen Van Gogh was vermoord in 2004 wilden de Denen een experiment uithalen in 2005. Dat werd het “cartoon-experiment”. Wie zou een cartoon durven tekenen van de profeet? Dat waren dus weinig tekenaars. En wie het deden, zijn ondergedoken. Het gedogen van de terreur begint bij degenen die zeggen: “maar was dat nu nodig? Is dat niet disrespectvol? Draagt het bij aan de cohesie, de rust, het prettige omgaan met elkaar? Ik ben voor vrijheid van meningsuiting hoor, maar …”. Maar. En dan begint woke-filosofie avant la lettre.
Na de Denen namen de Fransen dat verzet tegen terreur over. Met als resultaat het uitmoorden van de gehele redactie van Charlie Hebdo in 2015. De les die we moeten leren (en nog niet geleerd hebben) is: het gedogen van terreur stimuleert verdere terreur.
De tweede grote kwestie rond dit onderwerp is natuurlijk de Rushdie-fatwa (1989). En ook hier staat Nederland weer aan het begin. Hoe? Omdat voorafgaand aan de fatwa over Rushdie in Nederland de Rudi Carrell-affaire speelde (1987). Rushdie schreef een satirische geschiedenis over de vroege islam. Carrell maakte grapjes (letterlijk: onderbroekenlol) over Khomeini. Carrell werd bedreigd. Carrell bood zijn excuses aan op de Duitse tv aan Khomeini en het Iraanse volk.
Toen wist Khomeini: “terrorism works”. En hij herhaalde zij terroristisch trucje twee jaar later met de Britse schrijver.
De Nederlandse gedoogcultuur staat aan de wieg van het internationaal jihadistisch terrorisme.
Paul Cliteur is redacteur en medeauteur vanThe Fall and Rise of Blasphemy Law (2016): https://ap.lc/Wm1Gz
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten