In het land waar hardwerkende Nederlanders jaren op een wachtlijst staan voor een dak boven hun hoofd, gedragen ondankbare asielzoekers zich als ware prinsen op de erwt. Ahmed uit Syrië, die het gore lef heeft om een aangeboden woning af te wijzen omdat deze niet aan zijn vorstelijke eisen voldoet, is het toonbeeld van deze schaamteloze ondankbaarheid. "Het was een woning die ik moest delen", jammert hij in het AD. Welkom in de realiteit, Ahmed! Welkom in het Nederland waar duizenden eigen burgers dankbaar zouden zijn voor zo’n kans.
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft in een zeldzame vertoning van ruggengraat de rechtszaak gewonnen tegen deze man, die meent boven de regels te staan. En terecht! Waarom zouden we in vredesnaam onze normen en waarden, onze regels en onze huizenmarkt aan de kant schuiven voor mensen die onze gastvrijheid met voeten treden? "Dat Ahmed nu mogelijk op straat komt te staan", zoals de rechter oordeelde, is niets minder dan het directe gevolg van zijn eigen keuzes.
Laten we niet vergeten dat meer dan tweehonderd asielzoekers jaarlijks de brutaliteit hebben om de hen aangeboden woonruimte te weigeren. Dit, terwijl onze eigen ouderen, studenten en starters wanhopig snakken naar een plekje om te wonen. De verontwaardiging en ophef die soms ontstaat wanneer deze verhalen het licht zien, is volledig gerechtvaardigd. Het is hoog tijd dat we een duidelijk signaal afgeven: Nederland is geen à la carte menu waar je uit kunt kiezen naar believen.
Het wordt tijd dat deze ontevreden asielzoekers, deze Rupsjes Nooitgenoeg, een lesje leren in nederigheid. Wie onze gastvrijheid afwijst, wie onze regels niet respecteert, en wie onze woningnood negeert, verdient het niet om hier te blijven. Het is ondankbaar volk, en ondankbaarheid zou nooit beloond mogen worden. Nederland voor de Nederlanders, en voor hen die oprecht dankbaar zijn voor de kansen die ze krijgen – niet voor degenen die meer eisen dan ze ooit zouden moeten krijgen.