Met het overlijden van Dries van Agt, voormalig premier van Nederland, verliezen we een figuur die, hoewel ooit een respectabel staatsman, in zijn latere jaren verworden is tot een karikatuur van de linkse waanzin die ons land teistert.
Van Agt, die in de jaren '70 en '80 aan het roer stond van het land, speelde ontegenzeggelijk een rol in de vormgeving van het Nederland zoals we dat nu kennen. Echter, waar hij eens een gematigde en bedachtzame politicus was, die met zijn christendemocratische achtergrond een balans wist te vinden tussen conservatieve waarden en progressieve idealen, daar maakte hij in zijn nadagen een radicale draai naar links.
In plaats van te genieten van een rustige oude dag, koos Van Agt ervoor zijn stem te verheffen voor wat hij zag als 'gerechtigheid' – maar wat in werkelijkheid niets meer was dan de echo van de linkse echo-kamer. Zijn obsessieve kritiek op Israël, zijn onvoorwaardelijke steun aan de Palestijnse zaak, en zijn pleidooi voor 'klimaatrechtvaardigheid' zijn slechts enkele voorbeelden van hoe hij zich distantieerde van de gematigde politiek waarin hij ooit thuis was.
De ironie wil dat Van Agt, die als premier bekend stond om zijn pragmatisme, zijn latere jaren markeerde met een ongekende ideologische starheid. Zijn transformatie van een centristische leider naar een linkse activist toont aan hoe zelfs de meest gematigde politici kunnen vervallen in de valkuilen van radicaal activisme.
Terwijl we het overlijden van Dries van Agt betreuren, herinneren we ons een man wiens nalatenschap onlosmakelijk verbonden is met zowel zijn bijdragen aan de Nederlandse politiek als zijn latere afdwaling naar het pad van linkse mafketelerij. Het is een waarschuwend verhaal over het gevaar van politieke radicalisering – een les voor ons allemaal.
Rust in vrede, Dries van Agt. Moge de herinnering aan uw vroegere statuur als staatsman langer leven dan de schaduw van uw latere jaren.