Langzaam, tergend langzaam, begint een zekere onvrede te ontstaan over het feit dat “onze politici” een heel ander forum voor het bespreken van hun politieke beleidsplannen lijken te hebben gekozen dan de Tweede en de Eerste Kamer der Staten-Generaal die krachtens onze Grondwet geroepen is tot het controleren van de regering. Art. 42 van onze Grondwet luidt:
1. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
2. De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk.
Het is misschien wel het belangrijkste artikel van onze grondwet. Immers daaraan hangt heel de democratie. Sinds 1848 betekent dit: de ministers zijn uiteindelijk de baas, niet de Koning. Immers zij zijn verantwoordelijk. Jegens wie? Jegens de volksvertegenwoordiging. En daarmee jegens ons, de bevolking. Dat heet democratie.
Maar wat nu wanneer die ministers zouden zeggen: we gaan ons op een heel andere manier verantwoorden? We hebben geen zin meer in de tirades van Geert Wilders. Thierry Baudet haalt ons het bloed onder de nagels vandaan. Pieter Omtzigt loopt ons voortdurend voor de voeten. We gaan naar een gezellige plaats, Davos. Daar omringen we ons met captains of industry. We gaan socializen met Bono. Ook koningin Maxima schuift aan. Die mensen zijn ook veel belangrijker dan die regionale wijsneuzen uit Den Haag. Daar staan wij boven. Bovendien is de verantwoordingsstructuur wat losser. We kunnen niet worden weggestuurd bij disfunctioneren. We laten het gezelschap voorzitten door een in steenkoolengels brabbelende figuur die ontsnapt lijkt uit een James Bond-film. Dr. No. Of Goldfinger. Niemand die ons iets in de weg legt.
Wat zouden we daarvan zeggen?
In eerste instantie lijkt het scenario wat ik hier schets afkomstig uit een klucht. En toch is het werkelijkheid. Een werkelijkheid die fantastischer is dan de fantasie.
Onze voorouders, J.R. Thorbecke (1798-1872) voorop, zou het voorkomen alsof we helemaal gek zijn geworden.
Maar onze staatsrechtgeleerden zwijgen.
Onze journalisten zwijgen.
Onze volksvertegenwoordigers zwijgen.
We laten de democratische verantwoordingsstructuur waarvoor honderden jaren is gestreden tussen onze vingers wegglippen alsof het allemaal niets meer waard is. Wanneer de premier zegt dat Davos een gezellig feestje is waaruit hij “inspiratie” heeft geput dan halen we onze schouders op, net zoals over gewiste smsjes.
De NOS veroorlooft zich nu (eindelijk!) een héél klein beetje (impliciete) kritiek. Een heel klein beetje maar. Men schrijft: “op geen andere plek komen leiders uit politiek, bedrijfsleven, wetenschap en activisme bijeen. En als iedereen weer naar huis gaat, zijn er afspraken gemaakt over de energietransitie, armoedebestrijding of digitalisering. Tenminste, zo presenteert het WEF het zelf graag.”
Afspraken dus. Niet met ons. Niet met onze vertegenwoordigers. Maar met elkaar.
Paul Cliteur is de schrijver van Legaliteit en Legitimiteit: de Grondslagen van het Recht, Leiden University Press, Leiden 2016, pp. 103-153: https://ap.lc/1aliX