“Felle discussies in
China na ontslag leerkracht die officiële geschiedschrijving in twijfel trekt”, schrijft
De Volkskrant (22 december 2021) in een artikel over China. Daar is ophef ontstaan over het ontslag van een hogeschooldocent die tijdens haar lessen kanttekeningen had geplaatst bij de officiële geschiedschrijving.
Hoe kwam dat aan het licht? Door een leerling die dat had gerapporteerd. Nu is het verschil tussen Nederland en China dat China praktijkervaring heeft opgedaan met het herschrijven van de geschiedenis vanuit een sociaal gewenst perspectief. Tijdens de Culturele
Revolutie namelijk. Dus op sociale media zag men al snel berichten over vergelijkingen met de Culturele Revolutie. Toen werden immers ook leerlingen aangemoedigd om politiek verdachte leerkrachten aan te geven bij de autoriteiten.
De docent waarom het ging, Song Gengyi, werkzaam aan de Zhendan Hogeschool in Shanghai, had toelichting gegeven op een oorlogsmisdaad die door de Japanse soldaten was begaan jegens de Chinezen in 1937. Volgens de officiële cijfers zouden daarbij 300.000 Chinezen zijn omgekomen. Maar Song Gengyi had nu gezegd dat dit getal onder historici ter discussie staat. En dat was fout. Heel fout. Nou ja, moreel en politiek dan.
De deugneuzen namen aanstoot. Het getal 300.000 zou “een onweerlegbaar feit” zijn, aldus een Chinese student, “even zeker als dat de aarde rond is”.
Inmiddels zijn in China camera’s geïnstalleerd in leslokalen. Ook worden “leerling-informanten” aangemoedigd om leraren die verkeerde dingen zeggen aan te geven. Songs lessen werden door leerlingen gefilmd, die filmpjes werden op internet geplaatst en inmiddels is zij al ontslagen. “Veel Chinese docenten durven tijdens hun lessen geen gevoelige onderwerpen meer aan te snijden.”
Hoe is het eigenlijk in Nederland? Hebben wij dat ook? Nou, helemaal vreemd komt dit mij niet voor. Ook in Nederland rukt de moralistische geschiedschrijving op. Alleen hebben wij natuurlijk andere preoccupaties dan de Chinezen. Bij ons is de officiële visie westerse zelfhaat (). moet worden gepromoot. Dus het begrip “westers” moet worden . De westerse geschiedenis moet in zijn meest negatieve vorm worden weergegeven (slavernij, kolonialisme, uitbuiting, discriminatie). En docenten die daaraan niet ijverig meewerken (Piet Emmer bijvoorbeeld in zijn bijdrage “Schaamte, schuld en het Nederlandse slavernijverleden” in ) worden gedesavoueerd.
Ook de cultuursector helpt een handje. Het Amsterdams Museum stelt de gouden koets tentoon, zodat we kunnen griezelen bij de deuren waarop de verwijzingen naar Nederlandse slavernij te zien zijn. Ondertussen heeft datzelfde Amsterdams Museum op de vrijdenkers tentoonstelling wel de Deense en Franse cartoons geblurd, want ja, er mocht eens iemand aanstoot nemen, niet?
Onze culturele revolutie in de polder verloopt wel wat rustiger. En wat nog mooier is: wij zijn het met elkaar eens. En laten we wel zijn, slavernij, kolonialisme, uitbuiting en discriminatie zijn toch hele verkeerde dingen? Een beetje overheidstoezicht dat die onderwerpen op de goede wijze worden behandeld kan toch geen kwaad?