De overheid kwam met het briljante idee om de wetgeving omtrent kinderopvang strenger te maken. Allemaal hartstikke goed bedoeld maar ergens komt idealisme de realiteit tegen. Via Trouw.
Per 1 januari 2019 mogen kinderopvangcentra nog maar één pedagogisch medewerker per drie baby's inzetten, waar dat nu nog vier is. Dat betekent simpelweg dat de kosten zullen gaan stijgen en het minder rendabel is om baby's op te vangen. Koppel dat aan de situatie op de arbeidsmarkt, waar een flink tekort aan pedagogisch medewerkers is en die hele sector raakt al snel in de knoop.
Om het nog erger te maken is er zoiets als een 'vaste gezichten principe', op zichzelf een goed idee, want zo krijgt een baby niet teveel nieuwe gezichten te zien, wat de kans op hechtingsproblematiek kan vergroten, maar de uitwerking levert behoorlijke problemen op. Is er sprake van verzuim en moet er vervanging komen (als die al kan worden gevonden), dan riskeert zo'n opvang een boete van zo'n 2000 euro per dag.
Het effect zal dus zijn dat kinderopvangcentra zich steeds minder zullen gaan richten op de opvang van baby's. Te duur, te groot risico, kan makkelijker. De kinderopvangtoeslag voor de lagere inkomens wordt trouwens wel hoger, maar als er geen opvang te vinden is die zich daar nog voor wil inzetten, dan houdt het snel op.
Ook de regels voor kinderopvangcentra die zich richten op de doelgroep van zeven jaar en ouder worden soepeler, waardoor daar juist meer kinderen per pedagogisch medewerker mogen zijn. Stuk efficiënter dus!
Typisch gevalletje van theorie ontmoet praktijk en idealisme versus realiteit. Één grote zooi vanwege bureaucratie en overmoedige overheidsbemoeienis.