Is Bolkestein's parallelle GuldenMark de oplossing?

Geen categorie11 apr 2013, 17:44

Gisteren en eergisteren pleitte Frits Bolkestein, niet voor het eerst, voor de invoering van een (Noordelijke) parallelle munt naast de euro. Een soort nieuwe GuldenMark, zoals ook bepleit wordt door de Duitse jurist Markus Kerber. Nu is de idee van parallelle munten niet nieuw. Onder andere het bekende economische onderzoeksinstituut CES Ifo uit München publiceerde eerder al bijdragen van Duitse professoren als Dirk Meyer, Michael Vogelsang, Anton Beer, en de Nederlandse ingenieur en jurist André ten Dam met diens TMS. En ook de Duitse hoofdeconoom van de Deutsche Bank, Thomas Mayer, heeft zich hierover in het verleden al eens uitgelaten. In mijn column van vandaag wil ik wat dieper ingaan op een naast de euro in te voeren GuldenMark, zoals Bolkestein die bepleit en aantonen dat dit weliswaar een forse stap in de goede richting is, maar zeker niet de beste structurele oplossing voor de problematiek.

Voor alle duidelijkheid: Bolkestein pleit niet voor de invoering van de 'neuro' en een 'zeuro', zoals vele media abusievelijk berichten, maar voor een sterke gezamenlijke munt van de triple A landen welke naast de euro gevoerd zou moeten worden. Voor velen opvallend, maar voor insiders allerminst, hoort Frankrijk niet bij die Europese kopgroep, aangezien het land vrijwel failliet is. Daarnaast waarschuwde Bolkestein voor de door Brussel voorgenomen uitholling van het nationale parlementaire budgetrecht, hetgeen hij terecht als strijdig met onze Grondwet kwalificeerde. Ofschoon gekoppeld aan de euro malaise en zeker niet onbelangrijk, is dit een ander onderwerp, dat veel meer te maken heeft met het democratisch tekort van de EU. Lees bijvoorbeeld ook hier. 

Op de vraag wie het voortouw moest nemen voor die sterke parallelle munt wees Bolkestein naar Merkel, maar constateerde tegelijkertijd droogjes, dat door het nog altijd volop aanwezige schuldgevoel van de Duitsers het hier waarschijnlijk niet op korte termijn van zal komen. Wel achtte hij het onvermijdelijk dat binnen een jaar of vijf de euro verleden tijd zal zijn. Dat denk ik ook, en daarnaast denk ik dat pas de generatie ná Merkel voldoende politiek lef zal hebben om eindelijk af te rekenen met de al decennia durende Franse chantage. Dat zien we nu al gebeuren bij de aankomende generatie academici en politici, maar dit terzijde.

Bolkestein verdient natuurlijk alle lof voor diens pogingen om zijn persoonlijke medeplichtigheid aan de voor Nederland (en Europa) desastreus uitgepakte one-size-fits all euro te herstellen. Er zijn niet zoveel (ex)politici die de moed kunnen opbrengen om hun fouten uit het verleden recht te zetten. Chapeau! Bolkestein volgt met zijn pleidooi ook terecht de eerste voorwaarde van de Optimal Currency Area theorie, die wijst op de noodzaak van onderlinge economische convergentie van muntunies. Maar helaas biedt het voorstel van De Bolk slechts een halve oplossing. Waarom is dat voorstel, feitelijk het Plan B van Markus Kerber, onvoldoende voor een structurele oplossing van de eurocrisis? De belangrijkste redenen hiervoor zijn de volgende.

Ten eerste impliceert de invoering van de GuldenMark een Verdragswijziging. Dat kost jaren, als het al lukt. Ten tweede lost de introductie van de GuldenMark het constitutionele probleem van de uitholling van ons nationale budgetrecht niet op. Want ook bij een monetaire unie met een GuldenMark is er sprake van politieke integratie. Dat betekent dus dat Den Haag afhankelijk blijft van wat Brussel aan begrotingsspelregels dicteert. Ook dan zal het nationale budgetrecht worden aangetast, iets waartegen Bolkestein zich juist, en terecht, verzet.Ten derde bestaat het risico van een aanzienlijke kapitaalvlucht uit de zwakke eurolanden. Ten vierde blijft de rol van de ECB onduidelijk en wordt er geen voldoende helder kader geschapen voor het tegengaan van unfaire ('overshooting') devaluaties en regulatie van de geldhoeveelheid in omloop. En last but not least, biedt het geen garantie dat de stabiliteit van het monetaire stelsel gewaarborgd blijft.

Het aardige is, dat de winnaars van the Wolfson Economics Prize, het Capital Economics team van Roger Bootle in feite vorig jaar tot vrijwel eenzelfde conclusie kwam als Bolkestein:

“The optimal re-configuration of the euro-zone would be a move to a smaller currency union incorporating the ‘core’ Northern economies of  Germany, Austria, the Netherlands, Finland, and Belgium. The economic case for France joining this group is not very strong, but political  considerations might deem that it should do so anyway. We do not subscribe to the view that the peripheral economies should remain or join together in a Southern currency union. Their diversity suggests that they should all return to their own national currencies, though efforts should clearly be maximised to limit the economic disruption associated with the transition to this position. A two step process, involving first the departure of the core economies into a Northern euro, and then a gradual return of the Southern economies to national currencies, may have some merits.”

Klaarblijkelijk ziet men wel in dat de euro en de huidige eurozone niet in deze vorm gehandhaafd kan blijven, maar weigert men vooralsnog de nadelen goed te adresseren en de realiteit onder ogen te zien.

Ook de oplossing van dr. Thomas Mayer, de 'Geuro' of de 'euro holiday' oplossing van Hans-Werner Sinn kampen met dezelfde nadelen. Al deze nadelen kunnen wel worden geadresseerd met TMS, dat in feite voortborduurt op Robert Mundell's Optimal Currency Area theorie, al van eind jaren zestig, en die later verder is uitgewerkt door Roman Horvath. Ten Dam heeft deze theorie in feite doorontwikkeld, in de zin dat hij met TMS een model voor een monetaire unie heeft ontworpen waarbij slechts in zeer beperkte mate soevereiniteit van nationaal naar centraal niveau overgeheveld behoeft te worden en dat dus naadloos aansluit bij het 'E Pluribus Unum' principe waarop de euro is gebaseerd als op het 'In Varietate Concordia' beginsel van de Europese Unie.

Alle andere oplossingen missen een aantal fundamentele basiskenmerken, die met TMS wel ondervangen worden. In willekeurige volgorde zijn dat: de bestaande euro blijft vooralsnog gewoon wettig betaalmiddel in alle eurozonelanden, de monetaire stabiliteit van een gemeenschappelijke munt blijft intact, de euro blijft voorlopig ook kandidaat als internationale reservemunt, maar het allerbelangrijkste is, dat TMS monetaire devaluatie en rentedifferentiatie van zwakke landen mogelijk maakt.. binnen het Europact!.

Omdat met TMS de euro vooralsnog wel gehandhaafd blijft (maar in een andere en betere opzet) is TMS ook voor de politieke elite een aanvaardbaar compromis en is het voor hen straks een veel kleinere stap om daarna de huidige 'one-size-fits-none' euromuntunie als mislukt monetair experiment richting ronde archief te transporteren. En dat is wat uiteindelijk moet gebeuren: een definitief afscheid van deze onheilsmunt, onder gelijktijdige borging van een Interne markt. Maar dan zónder de hele politieke poespas eromheen.

Vermogensbeheerder Inmaxxa heeft alle voors en tegens van de verschillende 'oplossingen' ook al eens op een rijtje gezet. En TMS kwam daar toen, niet geheel toevallig, met afstand als beste uit naar voren.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten