In Myanmar zijn islamitische Rohingyas het slachtoffer van een etnische zuivering die weleens heel snel kon ontaarden in een regelrechte genocide. De Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties, Zeid Ra'ad al-Hussein,
zegt dat de aanvallen van veiligheidstroepen in Myanmar op Rohingyas lijken op "een schoolvoorbeeld van etnische zuiveringen." Nou heb ik bar weinig met de Verenigde Naties, maar dit keer heeft meneer de oppermensenrechtenactivist zowaar een punt: de manier waarop Myanmar omgaat met deze islamitische bevolkingsgroep is duidelijk een misdaad tegen de menselijkheid.
Sommige mensen
vergelijken de behandeling van Rohingyas in Myanmar met de vreselijke genocide van Screbrenica. Daarbij werden 8.000 Bosnische moslims de dood ingejaagd door de stormtroepen van Slobodan Milosevic, de radicaal-nationalistische Servische leider.
En nee, die vergelijkingen zijn niet overtrokken. De afgelopen weken zijn 300.000 Rohingya naar
Bangladesh gevlucht. Hun oude woonplaatsen zijn platgebrand.
Lekker dan.
De Rohingya wonen al een tijdlang in Myanmar, maar extremistische boeddhisten (ja, die bestaan blijkbaar) noemen ze nog altijd steevast immigranten uit Bangladesh. Aangezien dat soort types het voor het zeggen hebben in Myanmar krijgen de Rohingyas ook niet de nationale identiteit van Myanmar. Want stel je voor dat je die mensen burgerrechten geeft...
De anti-Rohingya beweging wordt aangewakkerd en feitelijk geleid door
de Boeddhistische monnik Ashin Wirathu. Deze volidioot beweert dat er nogal veel gewelddadige moslims zijn en dat ze daarom als bevolkingsgroep een dreiging vormen voor zijn Boeddhistische landgenoten. Zijn 'oplossing' bestaat er vervolgens uit om massaal geweld te plegen tegen
alle moslims -- ze de dood in te jagen en overlevenden het land uit te gooien. Blijkbaar bewijst meneer daarmee in zijn eigen ogen dat het
Boeddhisme, daarentegen, een buitengewoon
vreedzame religie is.
Een blinde kan nog zien dat dit knettergek is, maar blijkbaar denkt meneer de monnik daar heel anders over.