1. Home
  2. Wim Eradus in het Reformatorisch Dagblad over Svensmark

Wim Eradus in het Reformatorisch Dagblad over Svensmark

Geen categorie02 feb 2012, 16:30
 
De reguliere media hebben tientallen jaren nagenoeg uitsluitend aandacht geschonken aan de alarmistische verhalen van de broeikasgelovigen over de vermeende opwarming van de aarde (onze schuld!). Er lijkt zich echter nu een kentering voor te doen.
Onlangs schreef ik al over een koerswending bij Trouw en NRC HB. Nu lijkt ook het Reformatorisch Dagblad een opening te bieden voor alternatieve opvattingen. Zo schreef Wim Eradus onlangs de onderstaande bijdrage voor deze krant.
Let vooral ook op de slinkse rol die (wijlen) Bert Bolin, een van de aartsvaders van de opwarmingshype en voormalig voorzitter van het VN-klimaatpanel (IPCC), heeft gespeeld om Henrik Svensmark de mond te snoeren, in casu het publiceren onmogelijk te maken. Dit soort machinaties achter de schermen waren (en zijn?) heel gewoon in klimatologenland, hetgeen door het Climategate-schandaal overtuigend werd bevestigd. Dit is dus representatief voor de wijze waarop men in de klimatologie de veel verkondigde 'consensus' in elkaar heeft geknutseld. Wetenschappers met alternatieve opvattingen werden eenvoudigweg monddood gemaakt en de facto geëxcommuniceerd.
Wim Eradus
Prof. Svensmark: Zon stuurt het klimaat
 
De massale uitstoot van CO2 wordt meestal gezien als hoofdoorzaak van de onrustbarende opwarming van de aarde. Toch zijn er onderzoekers die denken dat juist de zon in belangrijke mate het klimaat beïnvloedt. Prof. Svensmark zag een duidelijk verband met het optreden van zonnevlekken en formuleerde een alternatieve hypothese. Het CERN nam deze gedachte serieus en test deze benadering middels het CLOUD-project. Henrik Svensmark is ervan overtuigd dat wolken het klimaat sterk beïnvloeden. Al sinds zijn jeugd is hij gefascineerd door wolken. Het verband tussen kosmische straling en wolkvorming ontrafelde hij als moleculaire fysicus aan het Deense Instituut voor Ruimteonderzoek: hoe meer kosmische straling, hoe meer lage bewolking. “Wolken in de onderste 3 kilometer van de atmosfeer blijken door hun schaduwwerking een afkoelend effect te hebben.” De intensiteit van kosmische straling die de aarde bereikt, hangt af van het magneetveld dat de zon omgeeft, stelt prof. Svensmark. Dit magneetveld buigt de stroom geladen kosmische deeltjes weg van de aarde. Verder is bekend dat een stijging van het aantal zonnevlekken een forse toename betekent van dat magnetische veld rond de zon. Meer zonnevlekken betekent dus dat de kosmische straling afzwakt, waardoor de vorming van lage bewolking afneemt. Het verkoelende effect ervan neemt af, zodat een toename van het aantal zonnevlekken de aarde zal opwarmen, redeneert Svensmark.
In 1997 probeerde hij zijn bevindingen te publiceren in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Zijn artikel werd geweigerd omdat het de algemeen geaccepteerde broeikasgashypothese aan het wankelen kon brengen. Bert Bolin, eerste voorzitter van het VN-klimaatbureau IPCC, omschreef het Deense onderzoek zelfs als “wetenschappelijk extreem naïef en onverantwoordelijk.” Svensmark, terugblikkend: “Ik voelde me belasterd en wetenschappelijk uitgesloten. Omdat ik durfde te twijfelen aan de dogma’s van het IPCC.”
Het kwam ook hard aan in de klimaatalarmistische kringen toen Svensmark de sterke toename van de zonneactiviteit in de loop van de vorige eeuw – de zon was actiever dan ooit – gebruikte om te beweren dat “dit voor een groot deel de huidige opwarming van de aarde verklaart.” Het klimaat vertoont de afgelopen duizend jaar, maar ook daarvoor, telkens hetzelfde beeld: warme perioden gaan gepaard met hoge zonneactiviteit – veel zonnevlekken – terwijl de zon in koude perioden juist opvallend rustig is. Zo viel de periode van het Maunderminimum van 1645 tot 1715 –waarin bijna geen zonnevlekken optraden – samen met de diepste koude van de kleine ijstijd ( ).
Svensmark vergeleek ook satellietdata van de wolkbedekking met de sterkte van de kosmische straling en vond daartussen enige samenhang. “Dat we die samenloop vonden was natuurlijk prachtig, maar die bewijst nog geen oorzakelijke verband. Daarom hebben we het SKY-project opgezet, waarmee we dit onder laboratoriumomstandigheden kunnen nabootsen.” De SKY-experimenten bevestigden zijn hypothese behoorlijk en gaven Svensmark meer inzicht in de gecompliceerde stralingseffecten die bijdroegen tot wolkvorming.
Ondanks de weerstand tegen de hypothese van Svensmark mocht Nigel Calder op het CERN een voordracht houden over de invloed van de zonnevlekken op het klimaat. Dit wekte de interesse van CERN-onderzoeker Jasper Kirkby, die het wel zag zitten om het SKY-experiment met straling uit een eigen deeltjesversneller nog fundamenteler op te zetten. Calder en Svensmark hielpen Kirkby een proefplan te schrijven voor een grootscheeps experiment onder de naam CLOUD.
Aanvankelijk kreeg hij soortgelijke negatieve reacties als Svensmark. Kirkby begreep dat hij zich vooral politiek correct moest opstellen en kreeg in 2009, met een vertraging van zo’n tien jaar, alsnog groen licht. Stralingsbron werd een zogeheten Proton Synchroton, die was aangesloten op een speciaal ontworpen onderzoeksvat. Daarin zouden verschillende atmosferische toestanden worden nagebootst. Het doel was het ontstaan van aerosolen en wolkvorming door kunstmatige kosmische straling onder controleerbare laboratoriumomstandigheden te analyseren. “Er zijn verschillende aanwijzingen dat zonnevlekken het klimaat beïnvloeden, maar we weten niet welke mechanismen daar achter zitten. Dat willen we juist uitzoeken”, legt CLOUD-projectleider Kirkby uit. “Dit is nodig is om het onderzoek uit de controversiële sfeer te halen.”
De eerste resultaten werden vorig jaar augustus gepubliceerd in Nature. Daarin werd aangetoond dat kosmische deeltjes uit het Proton Synchrotron tot wolkvorming kunnen leiden. Alleen waren die deeltjes daarvoor nog veel te klein. Handenwrijvend blogden tegenstanders dat dit wel eens de genadeslag kon zijn voor de “wetenschappelijk naïeve” hypothese van Svensmark. De Deense onderzoeker pareerde deze suggestie door te wijzen op de verslagen van de IPAC’10-conferentie in Kyoto, waar beschreven wordt dat de deeltjes in de CLOUD-kamer aangroeiden tot 70 nanometer, wat volgens Svensmark groot genoeg was voor wolkvorming.
Het CLOUD-experiment wordt voortgezet en de discussie zal nog lang doorgaan.
--
Aldus Wim Eradus in het Reformatorisch Dagblad. Met dank aan de auteur!
Lees verder hier.
Hoe vaak hebben we niet gehoord: 'The science is settled'?
Nee dus!
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten