Daar gaan we weer. De verkiezingen en het politieke gekonkel is voorbij en we komen weer bij de zoveelste discussie over 'representativiteit' van de wethouders. Dat is aan de linkerzijde van het spectrum, maar aan de rechterzijde kunnen ze er ook wat van. Daar is nu grote verontwaardiging over het aantal wethouders in Nederland. Dit aantal is namelijk nogal gestegen en dat gaat natuurlijk weer geld kosten.
Uit onderzoek door deze krant blijkt dat in 294 gemeenten – waar de coalities nu rond zijn – 1144 wethouders zijn aangesteld. Dat zijn er 98 meer dan in 2010 en 39 meer dan in 2014. Een oorzaak is de toegenomen politieke versplintering, waardoor meer politieke partijen nodig zijn om een college te vormen.
Die extra wethoudersposten kosten de overheid de komende vier jaar tientallen miljoenen euro’s. Afhankelijk van de omvang van de gemeente verdient een wethouder 64.000 tot 137.000 euro per jaar. Daar komen onkostenvergoedingen en pensioenkosten nog bij. Bovendien moet de gemeente wethouders na hun vertrek ruim drie jaar lang wachtgeld betalen.
Houd me ten goede hoor, want ik vind helemaal niet dat de overheid per se groter moet, of dat het goed is als er meer wethouders komen, maar er zit een nuanceverschil in. Steeds meer werk wordt overgeheveld naar de gemeenten en dat brengt nogal wat moeilijkheden met zich mee. Wethouders krijgen an sich al veel te doen, maar dat pakket wordt ook steeds meer. De andere neiging, steeds minder wethouders, is an sich ook niet goed. Wethouders hebben te weinig tijd, kunnen niet effectief werken en maken veel fouten.
Er moet een gezonde balans gemaakt worden, maar je ziet maar weer eens dat dit soort aspecten behoorlijk uit de voegen kunnen worden gerukt, want an sich is er nog niet veel aan de hand.
Wat wel een slecht fenomeen is, is dat de politieke fragmentatie heftiger wordt en dus alle partijen gerepresenteerd 'moeten' zijn, volgens de politieke vertegenwoordigers. Als je dan ook nog gaat kijken naar het aantal wethouders per partij, om de verspreiding van zetels te representeren, dan kom je al helemaal bij symboolpolitiek. Een ander aspect is het aantal vrouwen dat wethouder is geworden. Mijn excuses, maar daar moet dit helemaal niet over gaan. Het gaat over de representatie van ideeën in de politiek en niet over de representatie van demografie. Als je daarmee begint, dan eindig je nergens en komen er alleen maar meer obstakels:
Tien witte mannen bezetten de komende vier jaar het pluche. Dat leidt in beide gemeenten tot kritiek. ,,Waar zijn de vrouwen, de mensen met een andere culturele achtergrond, de mensen met een beperking”, vragen de Apeldoornse oppositiepartijen SP en Partij voor de Dieren zich bijvoorbeeld af. VVD-formateur Jenny Elbertsen stelde in dagblad De Stentor dat ‘iedereen zijn achtergrond meeneemt’, en dat het met de diversiteit dus wel goed zit.