Behandel hem als een ster.
Stijl lijkt meestal over vrijblijvende dingen te gaan; het genot van het niet-nuttige, dat wat dichter bij 'Moral' dan 'Fressen' staat. Matiërele stijl lijkt eenvoudige offers te vragen. Wie ligt er nu wakker van een geplunderde bankrekening en wie is niet bereid de woede van zijn wederhelft te trotseren als dat een seven fold-das betekent? Maar soms ligt het allemaal wat lastiger. Dan wordt de juiste vorm op de proef gesteld, want hoe gedraagt u bijvoorbeeld zich als u straks de moordenaar van Pim Fortuyn tegenkomt?
Van der G., die straks weer Van der Graaf heet, is niet de ideale man om tegen te komen. Niet in de laatste plaats omdat de Volkerts van deze wereld iedereen wantrouwen die zijn hals siert met een stukje zijde, dus lezers zijn gewaarschuwd. Maar onze angst voor Van der G. geldt ook andersom. Ik kan me voorstellen dat er zich onder de lezers nogal wat mensen bevinden die Van der G. graag zonder pottenkijkers in een steegje tegenkomen, het oude ambacht van knuppelgeweld doen herleven en de man losjes uitstrooien over de plaats delict. Maar zowel angst voor als haat jegens Van der G. zouden niet tot ongeleid gedrag moeten leiden.
De reflex om als een soort amateur-professor Tulp, Van der G. te slopen, is begrijpelijk. Maar bedenkt u zich dan dat u precies doet wat u de moordenaar van Fortuyn verwijt: eigen rechter spelen. De geweldenaar is niets beter, hoewel er voor u evenveel mensen zullen klappen als voor Volkert destijds. Beter is het om bang en boos te trotseren. Door Van der G. als ster te behandelen.
Als ik David Bowie zou tegenkomen op de Spiegelgracht in Amsterdam (waar hij een huis heeft), heb ik me voorgenomen hem niet aan te klampen, hem niet te vertellen wat hij allemaal voor me betekent en onder welke gebeurtenissen in mijn leven zijn muziek de soundtrack is. Echte bewondering uit zich door empathie - en Bowie zit echt niet te wachten op de tienmiljoenmiljardste adorerende fan. Als ik hem herken, zou een knikje of betekenisvol oogcontact voldoende moeten zijn. Een teken van herkenning is toelaatbaar en respectvol - ik weet wie u bent en als blijk van bewondering houd ik mezelf in - en daarna gaan we ons weegs.
Als ik Van der G. zou tegenkomen, zou ik alle intentie achter mijn gedroomde ontmoeting met Bowie vergeten, maar de vorm bewaren. Door hem niet aan te spreken, is er geen verleiding, blijft distantie bewaard, maar een doorziende blik maakt hem duidelijk dat hij moet oppassen.