In tijden van crisis begint er iets te broeien in een samenleving. Vaak merk je dat al tijdens de aanloop naar de crisis toe: een onbehagen met de gang van zaken, langzaam smeulend als een ondergrondse veenbrand. En als de crisis dan losbarst, dan slaan ook de vlammen uit. De vraag is: hoe heet kan of zal het vuur worden?
Het spreekt voor zich dat als de economie in de knel komt, er ook mensen klem komen te zitten. Als de crisis ernstig genoeg is, kan dat ertoe leiden dat een groot deel van de bevolking geen perspectief meer heeft. Dat is een voedingsbodem voor revolte. En dan hebben we het alleen nog maar over de economische aspecten: maatschappelijke onvrede kan de problemen enorm versterken.
In dat kader moeten we ons langzamerhand gaan afvragen hoe erg de huidige crisis nu eigenlijk is. Hebben we eigenlijk wel alleen met een economische crisis te maken? Ik heb het idee dat de crisis die we nu hebben het gevolg is van ernstige ontwerpfouten in het politiek-maatschappelijke systeem van de gehele na-oorlogse Westerse wereld.
We zijn in de laatste 60, 70 jaar economisch en maatschappelijk enorm veranderd. Er is een gigantische overheid ontstaan, een verzorgingsstaat zoals die nog nooit eerder is gezien in de geschiedenis. En die is betaald met torenhoge belastingen en enorme staatsschulden. (Vergist u zich niet: zelfs een land met een kleine overheid als de VS heft vele malen méér belasting dan vóór de oorlog gebruikelijk was.)
Dit kon niet anders dan fout gaan. De kosten van zon stelsel lopen alsmaar op, en dat wordt voortdurend op de pof betaald in eigenlijk alle Westerse landen. Op een gegeven moment haalt die schuld je in. De wereld zat daar al dichtbij in de jaren 80 vlak daarvoor bereikte de verzorgingsstaat wereldwijd een monsterlijk hoogtepunt, in Nederland onder bewind van Den Uyl. Als dat doorging, was het hele systeem toen al geklapt.
Reagan en Thatcher gaven het goede voorbeeld, de enige uitweg: keihard saneren. Lubbers deed een dappere (minder verstrekkende) poging bij ons in Nederland. Maar dit was een lapje voor het bloeden: de staatsuitgaven bleven absurd hoog, het aandeel van de economie dat de staat opslokte bleef veel te groot. Nog steeds onhoudbaar.
Bovendien waren er inhoudelijk heel kwalijke beslissingen genomen, zoals op het gebied van immigratie en integratie, waar óók de gevolgen langzaam zichtbaar van werden. En onder de grond begon het veen te smeulen
Fortuyn ging daar op in, na zijn dood kaapte Wilders dat specifieke probleem. Maar de diepere oorzaak ons falende sociaal-economische model blijft bestaan. Geert Wilders houdt ons voor dat zonder massa-immigratie de verzorgingsstaat wél functioneert. Dat is onzin: die collectivistische structuur is juist het probleem. Als we die niet hadden konden gelukszoekers hier ook de hand niet komen ophouden.
Zo lang we ons vastklampen aan een gigantische overheid, storten we onszelf alleen nog maar dieper in de crisis. De enige oplossing is om te stoppen met de absurd hoge uitgaven die in het Westen normaal geworden lijken te zijn. Natuurlijk is het dan in de eerste plaats nodig om allerlei hobbyisme af te schaffen maar de hele verzorgingsstaat dient uiteindelijk te verdwijnen.
Een systeem dat zo duur is dat je het enkel kan financieren door je volk uit te zuigen en dan nóg miljarden bij te lenen dat kan gewoon niet goed zijn. Zo lang het bestaat, is het wachten op de volgende crisis. De oplossing is om de overheid zo klein mogelijk te maken, tot de absolute kerntaken beperkt. Dan kunnen er nog steeds crises ontstaan, maar staten zitten niet meer in de schulden, en houden de economie ook niet meer in een wurggreep. Simpel gezegd: als er dan iets misgaat zijn de verliezen te overzien.
Als we vast blijven houden aan de collectivistische staat, met het enorme prijskaartje daarvan, dan kunnen we wachten tot de veenbrand oplaait, en het hele stelsel in vlammen opgaat. Ook dan raken we alles kwijt, maar in een verschrikkelijke crash. We hoeven er alleen maar op te wachten. De vraag is niet óf dit systeem in zal storten, maar wannéér.
Tenzij we het zo snel mogelijk afbouwen, en overgaan op een sociaal-economisch model dat wél te handhaven is. Ik zie het onze politici nog niet doen. Dus we kunnen wachten tot de boel in vlammen opgaat.