De Partij voor de Vrijheid voert al maanden de peilinglijst aan van de grootse virtuele partij van Nederland. Mijn gewaardeerde collega Tim vroeg zich vanmorgen af hoe de PVV al die kiezers gaat vasthouden. Een logische vraag. Daarom wil ik in deze column die peiling van De Hond eens nader analyseren. Waar komen die pvv-kiezers allemaal vandaan?
Die kiezers komen natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Ze zijn ook niet louter en alleen het gevolg van een falend rariteitenkabinet. Nee, die stemmen komen voort uit twee grote en met elkaar samenhangende politieke dossiers, te weten de islamisering van de Nederlandse samenleving en de uitlevering aan Brussel van onze nationale soevereiniteit. Dáár haalt Wilders zijn zetels vandaan.
Als we die peiling van De Hond eens nader beschouwen en kijken naar de veranderingen in stemgedrag van de verschillende kiezers tijdens de laatste landelijke verkiezingen ten opzichte van nu dan zien we een aantal opvallende zaken.
Ten eerste valt op, dat zowel de 2012-kiezers van de VVD als van de PvdA, die partijen massaal de rug toekeren. Nog maar 62 procent van de VVD stemmers zou nu nog op die partij stemmen; bij de PvdA is het nog dramatischer: nog maar 58 procent van de kiezers van toen zou nog op die partij stemmen. Dat is inderdaad ontluisterend weinig.
Als we vervolgens kijken naar bij welke partijen de grootste potentiële pvv-aanhang zich bevindt dan zien we dat maar liefst één derde van de VVD kiezers overweegt om de volgende keer op de pvv te stemen, gevolgd door 14 procent van de SP stemmer en 13 procent van de PvdA stemmer van 2012. Jammer genoeg geeft de peiling van De Hond niet aan welk percentage 50+ stemmers zou overwegen om de volgende keer op de PVV te stemmen; ik vermoed zomaar dat dit een flink percentage is.
Dat kun je namelijk afleiden uit de omgekeerde peiling: hoeveel van de 2012-pvv kiezers overwegen om de volgende keer op 50+ te stemmen? Dat zijn er maar liefst één op de vijf. De opdracht aan Jan Nagel om een ouderenpartij op te richten kan dus als uitermate succesvol worden beschouwd.
Een andere conclusie die getrokken kan worden is, dat de aloude indeling in 'rechts' en 'links' voor de PVV niet opgaat. De partij trekt ongeveer evenveel kiezers weg ter linkerzijde (SP en PvdA) van het politieke spectrum, als ter rechterzijde (VVD), ofschoon je de VVD tegenwoordig moeilijk nog 'rechts' kunt noemen, maar dat terzijde.
Interessant is ook de analyse van het percentage 'trouwe' kiezers, vanaf 2006, die door De Hond is gemaakt voor alle grote partijen. Hieruit blijkt, dat behalve voor de VVD, de kiezer 'wispelturiger' is dan ooit tevoren. De VVD staat min of meer constant rond de 25 procent, de PvdA is weer terug naar het niveau van 2010 (19%). De cijfers voor de PVV moeten natuurlijk met enige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd, omdat zij in 2006 voor het eerst meededen. Als we de strategische stemmen van de verkiezing van 2012 verdisconteren, dan vertoont eigenlijk alleen de PVV een stijgende lijn.
Sterker nog, de PVV is nu met afstand de grootste partij van Nederland. Verwonderen doet dat natuurlijk niet, want ondanks het onophoudelijke media offensief om die partij te downplayen en het onuitgesproken cordon sanitaire in de Tweede Kamer, is de Nederlander natuurlijk niet helemaal gek. Als de media het eerlijke verhaal over Europa en islam zouden vertellen, dan zou ongetwijfeld meer dan half Nederland direct overstappen naar die partij.
De aanhang van de Partij voor de Vrijheid zit dus door alle lagen van de bevolking: jong en oud, 'rechts' en 'links', hoog en laag opgeleid, rijk en arm. Wat al die kiezers bindt is de zorg over de toekomst van Nederland, de zorg over het behoud van onze soevereiniteit en het behoud van onze eigen identiteit als natie en het behoud van onze cultuur.
Dáár haalt Wilders zijn stemmen vandaan.