Hugo Claus is vijf jaar dood. Op de Belgische tv was een paar dagen geleden een documentaire Hugo Claus: dichter, minnaar, rebel. Rebel?!
Minnaar? Oké. Iedereen haalt wel eens iets uit. Dichter? Voor mijn part, als weinig woorden op een bladzijde een gedicht is. Maar rebel? Die man heeft zijn hele leven geschreven en gedaan wat door de hele intelligentsia plus vrijwel de hele burgerij werd toegejuicht. Het was een compleet risicoloos drijven op de algemene instemming. Rebel? Dan waren Carmiggelt en Kees van Kooten ook rebellen.
In de provincie plegen ze de hoofdstad na te doen, maar dan liefst nog een beetje heviger, voor alle zekerheid. En Vlaanderen is ten opzichte van Nederland de provincie en daar is dus de Nederlandse literatuur nagedaan, en voor alle zekerheid een beetje heviger. Hadden wij in het noorden al die succesvolle jongens die zich dapper ontworstelden aan hun gristelijke milieu, in Vlaanderen wilden ze ook zo iets doen. En toen gingen de Vlaamse schrijvers maar pretenderen dat ze verschrikkelijk geleden hadden onder de katholieke onderdrukking. Paters en nonnen hadden hen gefolterd. Ieder levensgeluk was hun ontzegd. Geen zinnig mens in het katholieke zuiden heeft het zo ervaren, maar schrijvers zijn nu eenmaal geen zinnige mensen, in het bijzonder niet als ze niets te vertellen hebben en dan maar wat bedenken. In Nederland namen even onzinnige mensen voetstoots aan dat die Claus de waarheid vertelde, want het leek (met inbegrip van nog wat politiek) zo prachtig op de Nederlandse toestanden. Zo hebben we kunnen zien hoe Connie Palmen onlangs nog een soort orgasme kreeg toen ze het over Het verdriet van België had. Ze heeft nooit begrepen dat Hugo Claus zelf dat verdriet was en dat hij het ook zo bedoeld moet hebben, want schrijvers hebben toch gevoel voor humor?
Rebel? Ik weet wel dat Hugo Claus twee zonen uit twee huwelijken had, die hij totaal verwaarloosde. Tenslotte moest hij dichten. Terwijl hij heel wat geld verdiend moet hebben aan boeken en films ik vertelde al eens dat de Belg zich niet voor kunst interesseert en daarom voor het gemak één schilder, één schrijver en één liedjeszanger kiest die voor hem dan steeds de betreffende kunstvorm vertegenwoordigt, waarbij Hugo Claus het lucratieve plaatsje van nationale schrijver wist te veroveren profiteerden zijn kinderen daar niet van mee. Ook in hun lot na zijn dood heeft deze onvermoeibare strijder voor gerechtigheid en goedheid zich niet verdiept. Met het gevolg dat zijn laatste partner alles in de wacht kon slepen. Zelfs de dure advocaten die de zoons ertegenaan gooiden, wisten niets voor hen te bereiken. De weduwe was een niet in te nemen bolwerk. Wel laat ze zich nog graag respectvol interviewen als de hoedster van het Clausiaanse erfgoed en haalt ze dan nog even een nieuwe druk van Het verdriet van België uit de kast om de mensen eraan te herinneren dat ze dit kunnen gaan kopen, zodat er nog wat meer geld binnenkomt. Kijk, daar word ik nu rebels van.