In het vorige artikel besprak ik de zetelverdeling in de nieuwste peiling van Maurice de Hond, maar er is nog meer uit zijn onderzoek gekomen. Het vertrouwen in de minister-president, Mark Rutte, en de minister voor Economische Zaken, Eric Wiebes, is flink gedaald. Verder komt ook naar voren, hoe raar dan ook, dat bijna alle fractievoorzitters van de coalitie het meest te vertrouwen zijn, behalve Alexander Pechtold (D66).
Ministers 13 mei" width="883" height="553" />
Het vertrouwen in Kasja Ollongren en Mark Rutte is hierdoor tot een dieptepunt geraakt. Ollongren vanwege de Sleepnetwet natuurlijk en het afschaffen van het raadgevend referendum. Bij Mark Rutte is natuurlijk veel meer aan de hand, namelijk jaren van akkefietjes, vertrouwenskwesties, bonnetjesaffaires en shady deals. Carola Schouten daarentegen staat weer steevast op nummer één, maar laten we eerlijk zijn: er valt weinig van haar te wantrouwen.
Er is dus ook onderzoek gedaan naar het vertrouwen in de fractievoorzitters in de Tweede Kamer en het komt als een verrassing naar voren dat bijna alle fractievoorzitters van de coalitiepartijen het meeste vertrouwen genieten, met uitzondering van Alexander Pechtold die toch echt ergens onderaan bungelt. Klaas Dijkhoff (VVD) geniet het meeste vertrouwen en dat is verbazingwekkend. Hij ging stamelend door het debat over de Dividenbelasting heen, maar blijkbaar heeft het weinig schade berokkend.
Maurice de Hond geeft aan dat deze verdeling verklaard kan worden vanwege het feit dat er geen sterke oppositie staat en er geen duidelijke oppositieleider is. Thierry Baudet, als derde in de peiling, geniet zeer weinig vertrouwen, net als Geert Wilders. Het is zeer zonde dat de duidelijke rechtse partijen leiders hebben waar weinig vertrouwen in is in dat ze verantwoordelijkheid kunnen nemen. Zeker voor Baudet is dat zonde, aangezien hij zo veel potentie heeft met zijn partij. Jesse Klaver lijkt daarentegen meer kans te hebben om de oppositieleider te worden en dat is iets dat we zeker niet zouden moeten willen.