Stef Blok (VVD) wil een Grondwetswijziging om internationale bemoeienis met Nederland te verkleinen. Het is een mooi voorzichtig begin, maar zeker niet meer dan dat.
VVD-fractievoorzitter Stef Blok heeft samen met z'n fractiegenoten Joost Taverne en Klaas Dijkhoff een
opiniestuk in het NRC geschreven waarin het drietal wijzigingen wil aanbrengen in Grondwetsartikel 93. Nu zal niet iedereen die clausule uit het hoofd kennen (danwel snappen wat het inhoudt), dus
daarom hier:
Bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt.
In normalemensentaal houdt dit in dat Nederland gewoon gehouden is aan verdragen die zij sluit, en dat zij volkenrechtelijke organisaties die zij erkent moet gehoorzamen. Een burger kan dan zelfs direct rechten ontlenen aan daarvoor geschikte bepalingen uit het verdragsdocument of de aanwijzingen van (internationale) rechters. En dat gaat best ver, getuige dan weer artikel 94. Mocht een Nederlandse wet of zelfs een grondwettelijke bepaling er een andere lezing op nahouden, dan nóg gaat het verdrag of de internationaalrechtelijke beslissing voor. Blok, Taverne en Dijkhoff zijn dus klaar met die soevereiniteitsuithollende praktijk: ze willen de frase "behoudens voor zover bij wet anders is bepaald" toevoegen aan artikel 93.
Het VVD-voorstel zou betekenen dat, zeg, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet zomaar allerlei beperkingen mag opleggen die in de Nederlandse rechtsorde als ongewenst worden ervaren. Voornamelijk op het gebied van asielprocedures (immigranten krijgen van 'Straatsburg' steevast meer rechten dan de regering wenselijk acht) en recentelijk nog de kunstenaarsuitkering (het EHRM stelde een overgangsregeling verplicht) hebben geleid tot geërgerde gezichten bij Nederland. 'We maken potdomme toch zelf wel uit waar we ons geld aan spenderen?' Iets dergelijks zal er door het hoofd geschoten zijn.
En dat is volkomen begrijpelijk. Maar dit Blok/Dijkhoff/Taverne-voorstel lijkt me niet het geëigende middel om onze soevereiniteit terug te pakken. Allereerst hebben we ook nog artikel 94, dat het trio
ongemoeid wil laten. Laat artikel 94 nou juist regelen dat internationale regelingen voorrang hebben op de nationale regelingen. U snapt: dit is nogal in tegenspraak met de zinsnede 'behoudens voor zover bij wet anders is bepaald.'
Daarnaast zal - zelfs zonder de artikel 94-problematiek - ook nog eens een onvolledig doel worden bereikt. Want hiermee wordt wellicht het EVRM-probleem afgevangen, maar de EU mag dan nog steeds naar hartelust Nederlandse wetgeving opzij duwen. De 'directe werking' en 'voorrangsverlening' van bepalingen die uit Brussel komen hoeven namelijk niet via artikel 93 en 94: die gaan direct via twee arresten van het Hof van Justitie (
Van Gend & Loos,
Costa/ENEL).
Kortom: de oplossing van de VVD-fractie is dus goedbedoeld en zelfs in de goede richting, maar is onvolledig. Om een waarlijke oplossing te creeëren moet Nederland het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens opzeggen - het brengt ons immer geen voordeel, maar alleen rottigheid - en samen met andere eurosceptische landen als het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Denemarken knokken voor het het afschaffen van de bindende wetgevende mogelijkheid van de Europese Unie. Men moet zorgen dat al het Europese recht 'aanvullend recht' wordt. Dat wil zeggen: het staat lager en niet hoger op de rangorde dan de nationale wetgeving.
Alleen zo krijgen we onze soevereiniteit terug. De rest is halfbakken.